Belastingfraude met souvenirwinkels: 18 maanden gevangenisstraf voor ondernemer
/Rechtbank Amsterdam 13 maart 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:2133
De rechtbank Amsterdam doet uitspraak in een zaak tegen een 43-jarige man die van juni 2011 tot augustus 2021 een eenmanszaak exploiteert met vier souvenirwinkels in Amsterdam. Het betreft een natuurlijk persoon. De Belastingdienst en de Douane doen in april 2019 een onaangekondigde controle in twee winkels, waarbij handgeschreven administratie wordt aangetroffen. Dit leidt tot een boekenonderzoek en later een strafrechtelijk onderzoek.
De verdachte zou over de periode van januari 2016 tot en met april 2019 samen met een medeverdachte, de manager van de winkels, valse belastingaangiften hebben ingediend en vervalste kasboeken aan de Belastingdienst hebben overgelegd.
De tenlastelegging
De verdachte wordt verweten dat hij:
In vereniging met een ander opzettelijk onjuiste aangiften omzetbelasting heeft gedaan voor zijn eenmanszaak in de periode van het eerste kwartaal 2016 tot en met april 2019
Opzettelijk onjuiste aangiften inkomstenbelasting heeft ingediend over de jaren 2016 t/m 2019
Valse kasboeken van zijn vier winkels over 2016, 2017 en 2018 ter beschikking heeft gesteld aan de Belastingdienst
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie stelt dat sprake is van stelselmatige belastingfraude door een frauduleus systeem waarbij circa de helft van de omzet buiten de boeken wordt gehouden. De verdachte en zijn medeverdachte werken hierbij nauw samen. De officier acht alle drie de feiten bewezen en eist een gevangenisstraf van 24 maanden. Het benadelingsbedrag wordt geraamd op ruim 1,3 miljoen euro.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte en zijn raadsman verschijnen niet ter terechtzitting en voeren geen verweer. Wel beroept de verdachte zich tijdens het opsporingsonderzoek op het feit dat de administratie werd gevoerd door zijn manager. Volgens hem had hij geen directe bemoeienis met de aangiftes.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat in de souvenirwinkels een structureel systeem werd gehanteerd waarbij een groot deel van de contante omzet niet werd opgegeven in de aangiftes. De administratie werd gemanipuleerd door slechts de omzet die per pin en het afgestorte deel van de contanten betrof, te verwerken in de boekhouding. Dit resulteert in een gemiddeld 50% lagere opgegeven omzet.
De verdachte speelt hierbij een actieve rol. Hij leert zijn medeverdachte hoe de kassa’s afgesloten moeten worden en is eindverantwoordelijk voor de onderneming. Uit getuigenverklaringen en gevonden administratie blijkt dat beide mannen verwisselbare rollen vervullen in het administratieve proces.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte en zijn medeverdachte het doen van onjuiste aangiften omzetbelasting samen plegen (feit 1). Ten aanzien van de inkomstenbelasting (feit 2) en de terbeschikkingstelling van vervalste kasboeken (feit 3) is de nauwe en bewuste samenwerking niet in gelijke mate vastgesteld, waardoor van medeplegen bij deze feiten wordt vrijgesproken.
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte:
In vereniging met een ander opzettelijk onjuiste aangiften omzetbelasting heeft ingediend voor zijn eenmanszaak over de periode januari 2016 tot en met april 2019
Opzettelijk onjuiste aangiften inkomstenbelasting heeft ingediend over de jaren 2016 t/m 2019
Vervalste kasboeken van zijn vier winkels heeft overgelegd aan de Belastingdienst
De strafoplegging
De rechtbank houdt rekening met de ernst van de feiten, de duur van de pleegperiode (ruim drie jaar), de hoogte van het benadelingsbedrag (€ 1.358.262) en het ontbreken van verantwoordelijkheid van de zijde van verdachte. Gezien de ernst van de gepleegde fraude en de ondermijnende werking ervan op het belastingstelsel en het maatschappelijk vertrouwen, acht de rechtbank een gevangenisstraf passend.
Wel wordt de eis van 24 maanden gematigd vanwege de ouderdom van de zaak en het blanco strafblad van de verdachte. De rechtbank legt een gevangenisstraf op van 18 maanden.
Lees hier de volledige uitspraak.