Doorbreking verschoningsrecht van advocaat in crimineel samenwerkingsverband

Rechtbank Amsterdam 16 november 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:8886

De rechtbank heeft zich in deze zaak gebogen over de vraag of het verschoningsrecht van een advocaat doorbroken mag worden in het kader van een strafrechtelijk onderzoek. Klager, een voormalig advocaat, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar en zes maanden vanwege zijn rol binnen een crimineel samenwerkingsverband. De rechtbank acht dat klager zijn positie als advocaat heeft misbruikt om berichten over te brengen tussen de gedetineerde leider van de criminele organisatie en andere betrokkenen, waardoor criminele activiteiten konden blijven plaatsvinden.

Op 8 oktober 2021 is in het strafrechtelijk onderzoek 26Mandel de iPhone X van klager in beslag genomen. De rechter-commissaris (RC) heeft geoordeeld dat twee Signal-gesprekken uit deze telefoon relevant zijn voor het opsporingsonderzoek en heeft beslist dat de officier van justitie en opsporingsambtenaren hiervan kennis mogen nemen.

Klager heeft zich beroepen op zijn verschoningsrecht als voormalig advocaat en verzocht om geheimhouding van deze gesprekken. De rechtbank moest beoordelen of het verschoningsrecht in dit geval doorbroken mocht worden in het belang van de waarheidsvinding.

Juridisch kader: verschoningsrecht en de uitzonderingen daarop

Het verschoningsrecht is een fundamenteel rechtsbeginsel dat advocaten beschermt tegen het gedwongen prijsgeven van vertrouwelijke informatie van hun cliënten. Dit is neergelegd in artikel 98 Sv juncto artikel 218 Sv. Het doel van dit recht is het waarborgen van een vrije en onbelemmerde communicatie tussen advocaten en hun cliënten.

Toch kent het verschoningsrecht uitzonderingen. Op grond van artikel 98 lid 5 Sv mogen documenten en gegevens in beslag worden genomen als deze:

  1. Het voorwerp van het strafbare feit vormen (corpora delicti); of

  2. Hebben gediend tot het begaan van het strafbare feit (instrumenta delicti).

Daarnaast kan het verschoningsrecht onder zeer uitzonderlijke omstandigheden wijken voor het belang van de waarheidsvinding. Hierbij moet de rechter toetsen of:

  • De aard en ernst van de verdenking zodanig zwaarwegend zijn dat doorbreking van het verschoningsrecht gerechtvaardigd is;

  • De documenten en gegevens daadwerkelijk relevant zijn voor het onderzoek;

  • De informatie niet langs een minder ingrijpende weg kan worden verkregen.

Standpunten van partijen

Klager stelt dat de rechter-commissaris ten onrechte heeft aangenomen dat het verschoningsrecht moet wijken. Hij betoogt dat het verschoningsrecht pas doorbroken mag worden als er sterke aanwijzingen zijn dat de berichten daadwerkelijk gebruikt zijn voor het faciliteren van criminele activiteiten. Volgens klager heeft de rechter-commissaris de bewijslast omgekeerd door van hem te verlangen dat hij aantoont dat de berichten géén verband houden met de strafbare feiten. Dit zou betekenen dat zodra een advocaat wordt veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie, alle berichten en documenten op zijn telefoon automatisch aan het Openbaar Ministerie kunnen worden overgedragen, tenzij hij bewijst dat deze "zonneklaar" geen betrekking hebben op het onderzoek. Klager stelt dat dit een onredelijke en onrechtmatige maatstaf is.

De officier van justitie stelt dat de berichten aanwijzingen bevatten dat de klager ze heeft gebruikt om criminele activiteiten te faciliteren. Gezien de context van het onderzoek Mandel en de bewezen samenwerking tussen klager en andere verdachten, is het aannemelijk dat deze berichten relevant zijn voor de waarheidsvinding. Het Openbaar Ministerie betwist dat sprake is van een omkering van de bewijslast. De rechter-commissaris heeft volgens het OM terecht geconcludeerd dat de berichten niet passen binnen een normale advocaat-cliëntrelatie, gezien de verdachte omstandigheden en de inhoud van de berichten.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank stelt voorop dat het verschoningsrecht een fundamenteel beginsel is, maar dat onder zeer uitzonderlijke omstandigheden het belang van de waarheidsvinding kan prevaleren. Gezien de bewezen strafbare rol van klager als advocaat binnen een criminele organisatie, is er een zwaarwegend belang om bepaalde communicatie aan het strafdossier toe te voegen.

Beoordeling van de Signal-gesprekken

De rechtbank maakt een onderscheid tussen de twee in beslag genomen Signal-gesprekken:

  • Eerste gesprek:
    Dit gesprek bevat enkel een afspraak tussen klager en een gesprekspartner om elkaar te ontmoeten. De rechtbank oordeelt dat er geen aanwijzingen zijn dat dit gesprek een crimineel karakter heeft of dat het niet past binnen een normale advocaat-cliëntrelatie. Daarom blijft dit bericht onder het verschoningsrecht vallen en wordt het beklag gegrond verklaard.

  • Tweede gesprek:
    In dit gesprek wordt gesproken over het vinden van een advocaat en het niet vergeten te bellen met een derde persoon. De rechtbank acht voldoende gemotiveerd dat dit gesprek niet binnen een normale advocaat-cliëntrelatie past. Het lijkt erop dat klager hier zijn rol als advocaat heeft misbruikt om criminele communicatie te faciliteren. De rechtbank verklaart het beklag in zoverre ongegrond, waardoor de opsporingsdiensten dit gesprek mogen gebruiken in het onderzoek.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^