Geen sprake van eendaadse samenloop bij verduistering en witwassen

Rechtbank Limburg 1 juni 2022, ECLI:NL:RBLIM:2022:4236

De verdachte heeft in haar functie van relatie manager binnendienst/medewerkster financiële administratie een bedrag van 18.754,71 euro van haar toenmalige werkgever, Naam bedrijf, verduisterd. Tevens heeft zij zich schuldig gemaakt aan het witwassen van een aanzienlijk deel van dit bedrag. De verdachte heeft de verduisterde bedragen gebruikt om privébetalingen te doen en om vakanties en uitstapjes op kosten van het bedrijf te bekostigen. Daarnaast heeft de verdachte valsheid in geschrifte gepleegd door een privéoverboeking alsmede de aanschaf van bioscoopkaarten door valse omschrijvingen van deze transacties op te nemen in de boekhouding van het bedrijf, waardoor niet kon worden achterhaald dat dit in feite verduisterde bedragen betrof.

Bewijsmiddelen

Aangever heeft als directeur en enig aandeelhouder van Naam bedrijf, gevestigd in Sint Odiliënberg (gemeente Roerdalen), aangifte gedaan waarin hij – zakelijk weergegeven – heeft verklaard dat het bedrijf bestaat uit zeven medewerkers, waaronder de verdachte en medeverdachte. Aangever is vanaf oktober 2017 met een burn out thuis komen te zitten en heeft toen besloten om verdachte en medeverdachte de complete financiële administratie van Naam bedrijf te laten doen. Daarbij zouden zij aangever en zijn vrienden getuige 1 en getuige 2 vooraf om toestemming vragen als zij financiële uitgaven zouden doen vanuit onder andere de bankrekeningnummers rekeningnummer 1, rekeningnummer 2, en rekeningnummer 3 alle op Naam van Naam bedrijf Vanaf 8 januari 2019 was aangever weer fulltime aanwezig op kantoor en in de periode daarna ontdekte hij dubieuze transacties op de bankafschriften van de rekeningen van zijn bedrijf.

Verdachte is binnen Naam bedrijf werkzaam als relatiemanager binnendienst en vanaf in oktober 2015 was zij tevens belast met de financiële administratie binnen het bedrijf. medeverdachte was bij Naam bedrijf werkzaam als financieel adviseur buitendienst.

De getuigen getuige 1 en getuige 2 hebben verklaard dat er sprake was van een afspraak met de verdachte dat zij uitgaven mocht doen voor een bedrag tot 2.500 euro, zodat zij niet telkens toestemming aan hen hoefde te vragen voor uitgaven onder dat bedrag. Dit mandaat had uitsluitend betrekking op zakelijke uitgaven.

Er is onderzoek gedaan naar de bankgegevens van zowel Naam bedrijf als de privérekeningen van de verdachte rekeningnummer 4 (hierna: privébankrekening) en rekeningnummer 5 (hierna spaarrekening). Daarbij is het volgende gebleken:

Overboeking 1.500 euro

Op 5 september 2017 werd een bedrag van 1.500 euro vanaf de zakelijke bankrekening rekeningnummer 3 van Naam bedrijf overgeschreven naar de privébankrekening van de verdachte. Het saldo van de privébankrekening was op dat moment 143,23 negatief. Op 7 september 2017 werd vervolgens vanaf de privébankrekening de verdachte een bedrag van 860 euro overgeschreven naar een bankrekening van Naam 2, met de omschrijving: ‘Waarborgsom adres ’. Op 8 september 2017 werd nogmaals een bedrag van 355 euro overgeschreven naar Naam 2, met de omschrijving: ‘Huur adres ’.

Overboeking 14.994,76 euro

Op 14 december 2017 werd een bedrag van 14.994,76 euro vanaf de zakelijke bankrekening rekeningnummer 2 van Naam bedrijf overgeschreven naar de privébankrekening van de verdachte. Het geldbedrag kwam op 14 december 2017 om 15.35 uur binnen op de bankrekening van verdachte. Diezelfde dag werd een bedrag van 15.000 door geboekt naar de spaarrekening, welk bedrag op 15 december 2017 weer werd terug geboekt naar de privé- bankrekening. Diezelfde dag werd een bedrag van 15.234,31 euro vanaf de privébankrekening overgeschreven naar de bankrekening rekeningnummer 6 op Naam van Naam 3.

Overboeking 500 euro

Op 31 mei 2018 werd een bedrag van 500 euro van de zakelijke bankrekening rekeningnummer 1 van Naam bedrijf overgeschreven naar de privébankrekening van de verdachte. Dit bedrag werd op 1 juni 2018 ontvangen op de privébankrekening van de verdachte.

Boekingen Roompot

Op 19 juli 2017 werd een bedrag van 340 euro vanaf de zakelijke bankrekening rekeningnummer 3 van Naam bedrijf overgeschreven naar een rekening op Naam van Roompot. Blijkens de factuur heeft deze boeking betrekking op een verblijf van vijf personen in de periode van 21 juli 2017 tot en met 24 juli 2017 bij Ferien- und Golfresort Cochem. De boeking is gedaan op Naam van de verdachte.

Op 2 mei 2018 werd een bedrag van 202,35 euro vanaf de zakelijke bankrekening rekeningnummer 1 van Naam bedrijf overgeschreven naar een rekening op Naam van Roompot Recreatie Beheer B.V. Blijkens de reserveringsgegevens heeft deze boeking betrekking op een verblijf van 3 personen in de periode van 4 mei 2018 tot en met 7 mei 2018 bij Vakantiepark Aquadelta in Bruinisse. De boeking is gedaan op Naam van de verdachte.

Op 15 december 2018 werd een bedrag van 417,60 euro vanaf de zakelijke bankrekening rekeningnummer 1 van Naam bedrijf overgeschreven naar een rekening op Naam van Roompot Recreatie Beheer B.V. Blijkens de reserveringsgegevens heeft deze boeking betrekking op een verblijf van 9 personen in de periode van 4 januari 2019 tot en met 7 januari 2019 bij Ferienresort Bad Bentheim. De boeking is gedaan op Naam van de verdachte.

Boeking Corendon

Op 14 juni 2018 werd er vanaf de zakelijk bankrekening rekeningnummer 3 van Naam bedrijf een geldbedrag van 800 euro overgeboekt naar een bankrekening van Ingenico met de omschrijving ‘4107308349 0020001982383198 7505085P4 Corendon Int Travel rekeningnummer 3 pasnr.9402/034’. Blijkens de factuur van Corendon heeft deze boeking betrekking op een all-inclusive verblijf van 1 volwassene en een kind van 6 juli 2018 tot en met 13 juli 2018 in Marbella. De boeking is gedaan op Naam van de verdachte en de totale reissom bedrag bedroeg 1.107,50 euro. Op 29 mei 2018 was reeds een bedrag van 307,50 van de privébankrekening van de verdachte overgeboekt naar Corendon Int Travel.

Holland Casino

Tevens blijkt uit de bankafschriften dat er van de rekeningnummer 3 van Naam bedrijf een aantal betalingen en contante opnames met pasnummer 54 heeft plaatsgevonden bij Holland Casino in Valkenburg (NSC Valkenburg.

In een aanvullend verhoor heeft aangever verklaard dat hij op geen enkel moment enige toezegging heeft gedaan aan de verdachte met betrekking tot vakanties. Geen enkel personeelslid heeft van aangever een vakantie gekregen, een toezegging daarvoor gehad of een budget daarvoor gekregen. Aangever heeft ook geen wetenschap van personeelsuitjes naar Holland Casino en zou daar nooit toestemming voor geven.

Onderzoek administratie

Er is ook onderzoek gedaan naar de verwerking van verschillende transacties in de administratie van Naam bedrijf. Daarbij is het volgende naar voren gekomen:

Het bedrag van 14.994,76 euro dat op 14 december 2017 van de zakelijke bankrekening rekeningnummer 2 van Naam bedrijf is overgemaakt naar de privé- bankrekening van de verdachte, is, met als boekdatum 31 december 2017, via het bankboek debet op grootboekrekening 2900 kruisposten geboekt. Op boekdatum 1 juni 2017 is dit bedrag via memo overgeboekt van grootboekrekening 2900 kruisposten (omschrijving "correctie") naar de grootboekrekening 1430 RC THC Beheer (omschrijving "privé".). Het is bij een boekhouding gebruikelijk om bij overboekingen, die betrekking hebben op dezelfde transactie ook dezelfde omschrijving te gebruiken teneinde later traceerbaarheid van de transactie te waarborgen. Mede gelet hierop en het feit dat de correctieboeking eerder plaats heeft gevonden dan de originele boeking lijkt het erop dat ook deze boeking twijfelachtig is.

In oktober 2018 hebben 3 afschrijvingen plaatsgevonden vanaf de zakelijke bankrekening rekeningnummer 1 van Naam bedrijf.

De verdachte heeft in het civiele proces een verklaring afgelegd deze betalingen, inhoudende dat zij ten tijde van deze transacties niet de beschikking had over een telebankieren-reader en dat zij toen bioscoopkaartjes met de pinpas van Naam bedrijf had gekocht. Vervolgens verklaart zij dat zij deze bedragen via de kas van aangever terug heeft betaald.

Gelet op het feit dat verdachte in die tijd de administratieve verwerking van de banken van aangever verzorgde, had zij er voor kunnen kiezen om deze betalingen te boeken op een Kruispost. Op deze manier had ze ervoor kunnen zorgen dat de financiële administratie niet werd vervuild. Uit door Naam bedrijf aangeleverde informatie is echter gebleken dat ervoor is gekozen om de volgende boekingen plaats te laten vinden.

Verklaring verdachte

De verdachte heeft ter terechtzitting van 18 mei 2022 erkend dat zij overboekingen naar haar privébankrekening heeft uitgevoerd en zij daartoe geen toestemming had van aangever. Het geldbedrag van 14.994,76 euro heeft zij overgeboekt, omdat zij dit bedrag aan haar ex-partner moest betalen en dat lukte niet uit haar eigen middelen. Ook de 1.500 euro heeft zij overgeboekt omdat zij onvoldoende saldo had om dit bedrag voor de huur van haar nieuwe woning in een keer te kunnen voldoen.

Voorts heeft zij verklaard dat zij de Roompotboekingen naar Cochem en Bruinisse en de vakantie naar Marbella heeft gedaan en betaald van de zakelijke rekeningen van Naam bedrijf. Ook heeft zij de boeking bij Roompot (Bentheim) gedaan. Zij is daar samen met medeverdachte medeverdachte naartoe geweest, die heeft betaald. Zij dacht wel dat dit op kosten van het bedrijf was.

De uitgaven bij Holland Casino waren bij bezoeken aan het casino die zij samen met de medeverdachte heeft gedaan en waarbij zij beiden hebben gepind met de bankpas van het bedrijf.

Met betrekking tot de boekingen in de administratie heeft de verdachte verklaard dat zij een aantal foutieve boekingen heeft gedaan, te weten:

  • de overboeking naar haar privébankrekening van 14.994,76 euro. De omschrijving daarbij klopt niet, want dit had als lening moeten zijn geboekt;

  • de bioscoopkaartjes heeft zij betaald vanaf de zakelijke rekening van het bedrijf en daarna contant terug betaald via de kas. De omschrijvingen van de boekingen op de grootboekrekening zijn dan ook onjuist.

Overwegingen van de rechtbank

Verduistering (feit 1)

Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in haar functie als medewerkster financiële administratie een bedrag van in totaal 18.754,71 euro heeft verduisterd, betreffende de overboekingen naar haar privébankrekening alsmede de vakanties die op haar Naam zijn geboekt.

De verdachte heeft erkend dat zij de overboekingen naar haar privébankrekening zonder toestemming van de aangever heeft uitgevoerd. Voor de betalingen betreffende de boekingen bij Roompot en Corendon verklaart zij wel toestemming te hebben gekregen van aangever als tegemoetkoming voor haar extra werkzaamheden. De rechtbank acht deze verklaring echter niet aannemelijk, nu het dossier daarvoor op geen enkel wijze ondersteuning biedt. Integendeel, aangever heeft uitdrukkelijk verklaard dat hij nooit enige toestemming heeft gegeven voor vakanties op kosten van het bedrijf en ook de getuigen getuige 1 en getuige 2 hebben verklaard dat dergelijke uitgaven niet onder het aan de verdachte gegeven mandaat vielen.

Anders dat de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat met betrekking tot het bedrag van 18.754,71 euro niet is komen vast te staan dat de verdachte deze overboekingen in nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachte heeft gedaan. Er is, gelet op de verklaring van de verdachte, geen sprake van een gezamenlijke uitvoering dan wel van een bijdragen van de medeverdachte welke van voldoende gewicht is om te komen tot medeplegen. De rechtbank acht voor het verduisteren van voornoemd bedrag het medeplegen dan ook niet bewezen.

Dat is anders voor de uitgaven die de verdachte en de medeverdachte bij Holland Casino hebben gedaan voor een totaalbedrag van 905 euro. De verdachte heeft immers verklaard dat zij de betreffende avonden samen met de medeverdachte bij Holland Casino heeft doorgebracht waarbij beiden gepind hebben met de bankpas van de zakelijke rekening van Naam bedrijf. Met betrekking tot dit bedrag is er dan ook sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het medeplegen van het medeplegen van de verduistering van een geldbedrag van 905 euro bewezen.

Voor de overige door de officier van justitie aan het tenlastegelegde bedrag ten grondslag gelegde overboekingen is naar oordeel van de rechtbank niet komen vast te staan dat deze door de verdachte al dan niet in nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachte zijn uitgevoerd. Niet blijkt dat de verdachte wetenschap had van de door de medeverdachte uitgevoerde overboekingen vanaf de zakelijke rekening van Naam bedrijf. Voorts betreft de aankoop bij de Mediamarkt naar oordeel van de rechtbank een zakelijke uitgave (aankoop van twee mobiele telefoons), die onder het gegeven mandaat vallen en tot de reguliere bedrijfsvoering worden gerekend. Bij uitdiensttreding heeft verdachte deze telefoon ingeleverd.

Witwassen (feit 2)

De verdachte wordt tevens verweten dat zij een deel van de door haar verduisterde geldbedragen van in totaal 22.823 euro samen met de medeverdachte heeft witgewassen. De officier van justitie heeft aan dit bedrag een aantal specifieke overboekingen ten grondslag gelegd, zoals weergegeven onder 3.1. De rechtbank heeft slechts een deel van deze posten bewezenverklaard als verduisterd geld. Door de verdachte is erkend dat zij een aantal van deze overboekingen heeft gedaan, te weten:

  • de overboeking naar haar privébankrekening van 1.500 euro. Blijkens de bankgegevens en de verklaring van de verdachte heeft zij dit bedrag na de overboeking gebruikt om de huur en borgsom van haar nieuwe woning te betalen;

  • de overboeking naar de privébankrekening van 14.994,76 euro. Blijkens de bank-gegevens en de verklaring van de verdachte heeft zij dit bedrag dezelfde dag op haar spaarrekening gezet. De volgende dag heeft zij een bedrag van 15.000 euro aan haar ex-partner Meens betaald;

  • overboekingen voor de vakanties naar Cochem (Roompot) van 340 euro en Marbella (Corendon) van 800 euro, die zij rechtstreeks vanaf de zakelijke rekening van Naam bedrijf heeft betaald.

Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank bewezen dat de verdachte een totaalbedrag van 17.634,76 euro heeft verworven, overgedragen en/of omgezet, terwijl zij wist dat dit geldbedrag onmiddellijk afkomstig van een misdrijf. Daarbij is de rechtbank van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de verdachte deze bedragen in nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachte heeft witgewassen. De rechtbank acht het medeplegen dan ook niet bewezen.

Voor de overige door de officier van justitie aan het tenlastegelegde bedrag ten grondslag gelegde bedragen is naar oordeel van de rechtbank niet komen vast te staan dat deze door de verdachte, al dan niet in nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachte, zijn witgewassen.

Uit eigen misdrijf

Met betrekking tot het als feit 2 tenlastegelegde witwassen overweegt de rechtbank met betrekking tot de bewezenverklaarde geboekte vakanties het volgende.

Verdachte heeft de desbetreffende bedragen verduisterd door deze rechtstreeks over te maken van de rekening van Naam bedrijf naar de vakantieaanbieder.

Wil er sprake zijn van witwassen moet blijken dat er naast het bewezenverklaarde verwerven of voorhanden hebben ook sprake is geweest van een gedraging van de verdachte die gericht is geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het voorwerp. (HR 21 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1090). Dit geldt in beginsel niet indien bewezen is verklaard dat het voorwerp is overgedragen, omgezet of van het voorwerp gebruik is gemaakt. (vgl. HR 7 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2913 en HR 2 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:321). Dit is anders indien dat overdragen, omzetten of gebruikmaken van door eigen misdrijf verkregen voorwerpen plaatsvindt onder omstandigheden die niet wezenlijk verschillen van gevallen waarin een verdachte die een bepaald misdrijf heeft begaan en die daarmee de door dat misdrijf verkregen voorwerpen verwerft of voorhanden heeft, zich automatisch ook schuldig zou maken aan het witwassen van die voorwerpen (bijvoorbeeld indien het omzetten van door eigen misdrijf verkregen voorwerpen bestaat uit het storten van contante geldbedragen op een eigen bankrekening).

Naar het oordeel van de rechtbank doet deze situatie zich ook voor met betrekking tot de bedragen betaald aan Roompot en Corendon (met een totaalbedrag van 1.759,95 euro). Van verhullingshandelingen is geen sprake. Voorts zou verdachte zich door de wijze van verduistering ook automatisch schuldig maken aan witwassen, hetgeen volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad niet de bedoeling is. Gelet hierop kan dit deel van de overboekingen niet bewezen worden verklaard. De verdachte dient van dit deel van de tenlastelegging onder 2. te worden vrij gesproken.

Voortgezette handeling

Anders dan de officier van justitie oordeelt de rechtbank dat het handelen van verdachte ten aanzien van feit 1 en 2, daar waar het betreft het geld overmaken naar haar eigen rekening, niet moet worden beschouwd als een voortgezette handeling. Het gaat volgens de rechtbank bij genoemde feiten weliswaar om gedragingen waarbij sprake is van opeenvolging in de tijd, maar bij beide bewezen verklaarde gedragingen is geen sprake van (in wezen) één verwijt noch van elkaar in de tijd direct opvolgende gedragingen (ook met betrekking tot het 'wilsbesluit') die zo nauw met elkaar samenhangen dat de verdachte daarvan (in wezen) één verwijt wordt gemaakt. Verdachte heeft er niet alleen voor gekozen om op verschillende momenten de geldbedragen uit de beschikkingsmacht van de rechthebbende te onttrekken door er over te gaan beschikken. Zij heeft er vervolgens voor gekozen om deze geldbedragen om te zetten dan wel over te dragen aan anderen. Daarbij komt dat de beide strafbepalingen verduistering en witwassen niet dezelfde strekking hebben en een ander rechtsbelang beschermen. De rechtbank is van oordeel dat deze gedragingen dienen te worden aangemerkt als twee verschillende verwijten en dat in casu dus sprake is van meerdaadse samenloop.

Valse boekingen in de administratie (feit 3)

Gelet op de verklaring van de verdachte acht de rechtbank eveneens bewezen dat zij de transacties betreffende de overboeking naar privébankrekening van 14.994,76 euro alsmede de aankoop van de bioscoopkaartjes op foutieve wijze in de boekhouding van Naam bedrijf heeft verwerkt. De verdachte heeft immers met betrekking tot de privé-overboeking twee verschillende omschrijvingen vermeld (correctie en privé) voor dezelfde transactie, die beide onjuist waren en die de verduistering moesten verhullen. Voorts heeft zij verklaard de aangeschafte bioscoopkaartjes contant via de kas te hebben terug betaald, terwijl uit de administratie blijkt dat deze boeking op de grootboekrekening zijn opgenomen als relatiegeschenken schoonmaakkosten of kantoorbenodigdheden. De verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift.

Voor de overige door de officier van justitie aan het tenlastegelegde ten grondslag gelegde transacties is naar oordeel van de rechtbank niet komen vast te staan dat deze door de verdachte al dan niet in nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachte zijn verwerkt in de boekhouding van Naam bedrijf.

Bewezenverklaring

  • Verduistering in dienstbetrekking, witwassen en valsheid in geschrift

Strafoplegging

  • Veroordeling tot een taakstraf van 120 uur, subsidiair 60 dagen hechtenis

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^