Geldboetes voor afvalstoffenbedrijf na overtreding vergunningsvoorwaarden en ongereinigde vaten

Het Openbaar Ministerie eiste op 6 december voor de rechtbank in Arnhem twee geldboetes van in totaal 20.500 euro, waarvan 5.000 euro voorwaardelijk, tegen een internationaal inzamelings-, verwerking-, en recyclingbedrijf van gevaarlijke afvalstoffen uit Beuningen. Het bedrijf leverde voor inzameling van afvalstoffen, ongereinigde vaten aan een groothandel. Tijdens slijpwerkzaamheden aan een vat bij deze groothandel, ontplofte een vat waardoor een werknemer ernstig gewond raakte. Daarnaast bleek uit onderzoek dat het afvalstoffenbedrijf in 2018 haar massabalans niet op orde had waardoor de stroom afvalstoffen binnen het bedrijf onvoldoende inzichtelijk was. Het OM verwijt het afvalstoffenbedrijf overtreding van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen; de Wet milieubeheer en overtreding van de vergunningsvoorschriften.

Ernstig ongeval na openslijpen vat

In september 2020 vond er bij de groothandel waar onder andere hout wordt geïmpregneerd een explosie plaats tijdens het opensnijden van een vat met een slijptol. Het vat vloog in brand en explodeerde. Een werknemer raakte bij dit ongeval zeer ernstig gewond. De in totaal zes geleverde tweedehands vaten kwamen bij het afvalstoffenbedrijf vandaan.

Zwart gespoten etiketten

Het bedrijf had de etiketten op de vaten zwart gespoten en daarmee de vaten niet voorzien van de verplichte juiste etikettering. In tenminste één van de vaten zat nog een residu van brandbare, gevaarlijke stoffen wat heeft gemaakt dat door de bewerking met een slijptol het vat is geëxplodeerd. Het bedrijf reinigde de vaten niet maar liet ze uitlekken en uitdampen. De groothandel ging ervan uit dat de vaten schoon waren en was niet gewaarschuwd voor de gevaren bij bewerking van een vat, waar mogelijk nog residu met brandgevaarlijke eigenschappen in kon zitten. Hiermee heeft het bedrijf gehandeld in strijd met de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en de Wet milieubeheer.

Massabalans niet voldoende sluitend

Daarnaast had het bedrijf zijn massabalans niet op orde in 2018 en dat de stroom afvalstoffen binnen het bedrijf onvoldoende inzichtelijk was. Een diepgaand administratief onderzoek door de Omgevingsdienst Regio Nijmegen was nodig om de afvalstroom van het bedrijf goed inzichtelijk te kunnen maken. Uit dit onderzoek bleek niet dat er dusdanige tekortkomingen waren dat er verder bestuursrechtelijk ingrijpen nodig zou zijn. De overtreding van de vergunningsvoorschriften staat wel vast: de massabalans was op diverse punten onvoldoende op orde, terwijl dit wel een vereiste was waar het bedrijf aan moest voldoen.

Strafeis: geldboete

De officier van justitie: “Door het zwart spuiten van de etiketten was het voor het bedrijf in Kampen niet duidelijk wat er in de vaten had gezeten. Om daarbij ook nog eens gebruik te maken van ongereinigde vaten voor het inzamelen van afvalstoffen neemt het afvalstoffenbedrijf een onacceptabel groot risico en heeft daarmee niet de redelijkerwijs te nemen maatregelen getroffen om het gevaar zoveel mogelijk te beperken. Dat heeft de gebeurtenis in september 2020 tragisch genoeg wel aangetoond. Omdat het afvalstoffenbedrijf een BRZO bedrijf is gelden er strenge eisen voor dit bedrijf, juist vanwege de gevaarzetting.”

Het OM eiste in de zaak van het ongereinigde vat een geldboete 12.500 euro waarvan 2.500 euro voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Voor het niet op orde hebben van de massabalans, eiste het OM een geldboete van 7.500 euro waarvan 2.500 euro voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.

De economisch politierechter deed dezelfde dag uitspraak en heeft het bedrijf voor beide zaken veroordeeld tot een geldboete van respectievelijk 10.000 euro waarvan 2.500 euro voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar en een geldboete van 5.000 euro waarvan 500 euro voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.

Bron: OM

Print Friendly and PDF ^