HR: na requisitoir nog mogelijk schadebedrag vordering benadeelde partij te verhogen

Hoge Raad 16 mei 2017, ECLI:NL:HR:2017:885

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft bij arrest van 30 november 2015 – behoudens de strafoplegging en de beslissingen op de vorderingen van de benadeelde partijen – het vonnis bevestigd van de politierechter, waarbij bewezen is verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering. 

Het hof heeft aan de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, met een proeftijd van twee jaren, en een taakstraf van 120 uren opgelegd. Daarnaast heeft het hof de vordering van de benadeelde partij VVE A toegewezen tot een bedrag van € 29.700,- en de vordering van de benadeelde partij VVE a-straat toegewezen tot een bedrag van € 59.280,-.

Aanvankelijk had A zich overeenkomstig art. 51g, eerste lid, Sv als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering die was gebaseerd op het “Schadeopgaveformulier Misdrijven”. Het ging om een schadebedrag van € 22.700,-. Op de terechtzitting van de politierechter van 17 november 2014 voerde de raadsman na het requisitoir van de officier van justitie verweer, onder meer met betrekking tot de vorderingen van de benadeelde partijen. De politierechter schorste het onderzoek voor bepaalde tijd ten einde de officier van justitie in de gelegenheid te stellen een reclasseringsrapport omtrent de verdachte te laten opmaken èn om de benadeelde partijen in de gelegenheid te stellen de vorderingen nader toe te lichten op de punten en de vragen die door de verdediging waren aangevoerd.

Op de daaropvolgende terechtzitting van 9 februari 2015 bleek dat (bij schrijven van 26 januari 2015) de vordering van de benadeelde partij A was verhoogd tot een bedrag van € 29.700,-. De officier voerde opnieuw het woord als bedoeld in art. 311 Sv, paste zijn requisitoir aan op basis van het reclasseringsrapport dat over de verdachte was opgemaakt, verzocht de politierechter de vorderingen van de benadeelde partijen toe te wijzen en legde zijn vordering over. Vervolgens kreeg de raadsman het woord om de verdediging te voeren en daarbij te reageren op de vorderingen van de benadeelde partijen. Over de verhoging van het bedrag heeft de raadsman zich toen echter niet uitgelaten. Na sluiting van het onderzoek, deed de politierechter terstond mondeling uitspraak, waarbij onder meer de vordering van A werd toegewezen, en wel tot het (verhoogde) bedrag van €29.700,-. Ook het hof is van oordeel dat de benadeelde partij A als gevolg van het onder 1 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte tot een bedrag van €29.700,- schade heeft geleden en dat de verdachte tot vergoeding van die schade gehouden is.

Middel

Het middel richt zich tegen het oordeel van het Hof dat de benadeelde partij VVE A in eerste aanleg haar vordering heeft kunnen wijzigen.

Beoordeling Hoge Raad

Anders dan het middel betoogt, volgt uit art. 51g Sv niet dat degene die zich tijdig als benadeelde partij in eerste aanleg heeft gevoegd, de opgevoerde schadeposten gedurende de behandeling ter terechtzitting in eerste aanleg niet meer mag wijzigen nadat de Officier van Justitie in de gelegenheid is gesteld overeenkomstig art. 311 Sv het woord te voeren.

Wel brengen de beginselen van een behoorlijke procesorde mee dat, indien de opgevoerde schadeposten worden gewijzigd nadat de Officier van Justitie in de gelegenheid is gesteld overeenkomstig art. 311 Sv het woord te voeren, de procespartijen - als de aard en de omvang van die wijziging daartoe aanleiding geven - de mogelijkheid wordt geboden zich daaromtrent te beraden en een standpunt te bepalen.

Het oordeel van het Hof dat "de benadeelde partij in deze situatie de vordering heeft kunnen wijzigen", nu "[d]e officier van justitie en de verdediging immers, nadat de gewijzigde vordering door de benadeelde partij was ingediend, opnieuw tot rekwireren en het voeren van verweer in de gelegenheid [zijn] gesteld en zodoende [konden] reageren op de gewijzigde vordering", geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Dat oordeel is ook niet onbegrijpelijk.

Het middel faalt.

 

Lees hier de volledige uitspraak. 

 

Print Friendly and PDF ^