Medeplichtigheid tot oplichting van de Belastingdienst met gebruikmaking van commanditaire vennootschappen die onjuiste aangiften omzetbelasting indienden
/Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 6 juli 2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:2068
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich als medeplichtige schuldig heeft gemaakt aan het meermaals oplichten van de Belastingdienst. Medeverdachte heeft op een geraffineerde wijze commanditaire vennootschappen laten oprichten, veelal door misbruik te maken van niet ter zake deskundige en te goed van vertrouwen zijnde personen. De verdachte heeft daarbij een faciliterende rol gespeeld, in die zin dat hij deze personen heeft bewogen de commanditaire vennootschappen te laten inschrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel, zakelijke bankrekeningen te openen en bankpassen, inlogcodes en/of correspondentie aan hem af te geven, die de verdachte op zijn beurt doorgaf aan medeverdachte. Daarmee werd medeverdachte in staat gesteld om de Belastingdienst op te lichten. Op naam van de commanditaire vennootschappen zijn immers verscheidene malen aangiften omzetbelasting gedaan waarbij werd verzocht om teruggave van omzetbelasting, terwijl de betreffende commanditaire vennootschappen in het geheel geen economische activiteiten ontplooiden en aldus geen ondernemer waren in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968. De Belastingdienst is aldus ter zake van de in de bewezenverklaring genoemde commanditaire vennootschappen op slinkse wijze bewogen tot afgifte van geldbedragen tot een totaalbedrag € 33.838. Daarmee is ’s Rijks schatkist getroffen in haar vermogensbelang.
Bewezenverklaring
Medeplichtigheid tot oplichting, meermalen gepleegd.
Strafoplegging
De fiscale fraudekamer van het gerechtshof 's-Hertogenbosch veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 1 jaar en een taakstraf voor de duur van 80 uren subsidiair 40 dagen hechtenis met aftrek van het voorarrest.
Lees hier de volledige uitspraak.