Meer slagkracht in aanpak van milieucriminaliteit

Op 15 april 2025 is het Instellingsbesluit voor de Strategische Milieukamer in de Staatscourant gepubliceerd. Hoe organiseer je de strijd tegen milieucriminaliteit in een landschap van inspecties, omgevingsdiensten, politie‑en‑justitie én Europese verplichtingen? Het Instellingsbesluit Strategische Milieukamer (SMK) laat zien hoe Nederland dat gaat aanpakken.

Waarom was een formele SMK nodig?

Sinds jaar en dag is de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) verdeeld over tientallen instanties: 29 omgevingsdiensten, inspecties als ILT en NVWA, de politie en het Openbaar Ministerie. In rapporten en het Interbestuurlijk Programma Versterking VTH‑stelsel werd herhaaldelijk gewezen op de “versnippering en vrijblijvendheid” in dit krachtenveld. Coördinatie ontbrak, vooral wanneer bestuurlijke handhaving overging in strafrechtelijke opsporing. ​

Europese stok achter de deur

Daar komt de nieuwe EU‑Milieustrafrechtrichtlijn (EU) 2024/1203 bij. Artikel 19 van die richtlijn verplicht lidstaten tot “passende regelingen voor coördinatie en samenwerking” op zowel strategisch als operationeel niveau. Artikel 21 eist bovendien een nationale strategie tegen milieucriminaliteit. Met het formaliseren van de al informele SMK voldoet Nederland aan deze eisen en tilt de samenwerking naar wettelijk niveau. ​

Officiële status: wat staat er precies in het besluit?

Het besluit telt zeven artikelen. De kern zit in artikel 2:

  1. Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit – iedere vier jaar beschrijft de SMK de aard, omvang, modus operandi én de maatschappelijke schade van milieucriminaliteit met een Nederlandse component.

  2. Agenda Strafrechtelijke Aanpak Milieucriminaliteit – eveneens vierjaarlijks legt de SMK strategische thema’s, concrete samenwerkingafspraken en beoogde resultaten vast.

  3. Adviesfunctie – de ministers (Justitie & Veiligheid), staatssecretaris van Infrastructuur & Waterstaat en staatssecretaris van Landbouw krijgen gevraagd en ongevraagd advies over strafrechtelijke handhaving. ​

Daarnaast verplicht artikel 2, lid 3 tot een jaarlijks voortgangsverslag. Artikel 5 bepaalt dat de SMK minstens vier keer per jaar bijeenkomt, bij consensus beslist en haar Agenda eerst voorlegt aan het Bestuurlijk Omgevingsberaad (BOb) voordat deze definitief wordt vastgesteld. ​​

Wie zitten er aan tafel?

Andere diensten (bijv. de Nederlandse Arbeidsinspectie) kunnen worden uitgenodigd wanneer hun expertise nodig is, maar hebben geen vaste zetel. Leden mogen zich laten vervangen door iemand van vergelijkbaar niveau; zo blijft de vergadering besluitvaardig. ​

De bijzondere positie van de omgevingsdiensten

Omgevingsdiensten zitten niet alleen in het strafrechtelijke domein: zij voeren vooral bestuursrechtelijke taken uit. Toch kregen zij een stoel in de SMK om de brug te slaan tussen beide werelden. De directeur Zuid‑Holland Zuid vertegenwoordigt de gezamenlijke directeuren, ondersteund door een formele committeringsbrief van OmgevingsdienstNL (11 februari 2025). ​

Werkwijze: van analyse tot actie

Vierjaarlijks ritme

De SMK doorloopt elke vier jaar een cyclus van beeld, beleid en borging:

  1. Dreigingsbeeld – analyse van illegale afvalstromen, schadelijke stoffen of wildlife‑crime; bronnen zijn eigen dossiers, Meldkamers en internationale data.

  2. Agenda – prioriteiten vertalen naar focusdossiers (bijv. PFAS‑export, plastic‑afval‑dumping). Voor elk dossier worden KPI’s en taakverdeling afgesproken.

  3. Jaarverslag – monitoring: hoeveel onderzoeken gestart, welke intel gedeeld, welk resultaat behaald?

Besluitvorming bij consensus

De SMK kan alleen besluiten wanneer alle leden akkoord zijn. Dat past bij de ministeriële verantwoordelijkheid van de afzonderlijke organisaties: geen enkele partij kan tot acties worden verplicht zonder eigen instemming. ​

Koppeling met het Bestuurlijk Omgevingsberaad

Voordat de Agenda definitief wordt, bespreekt de SMK deze in het BOb. Dat forum, waarin ook decentrale overheden zitten, toetst de samenhang met het bredere VTH‑stelsel. Het BOb kan aanbevelingen doen; de SMK is niet verplicht ze over te nemen, maar het stimuleert afstemming met bestuurlijke handhaving. ​

Ondersteuning en middelen

Alle leden leveren menskracht en budget voor secretariaat en beleidsondersteuning. In een apart protocol leggen zij vast wie wat bijdraagt. Het besluit creëert dus geen nieuwe uitvoeringsdienst; het smeedt bestaande krachten tot één strategische tafel. ​

Aansluiting bij Europese kaders

De Milieustrafrechtrichtlijn omschrijft in artikel 3 een lijst van ernstige milieu‑overtredingen (illegale afvalhandelingen, ozon­afbrekende stoffen, beschermde soorten, enzovoort). Lidstaten moeten daarop strafrechtelijke sancties zetten en voor coördinatie zorgen. Door de SMK te formaliseren, voldoet Nederland aan de strategische coördinatie‑vereiste van artikel 19 én bouwt het via de Agenda aan de verplichte nationale strategie van artikel 21. ​

Betekenis voor de keten

Voor politie en OM

De Agenda geeft richting aan de weeg‑ en stuurgroep van de Landelijke Milieukamer (LMK), die beslist welke milieu‑onderzoeken landelijke prioriteit krijgen. Hierdoor sluiten opsporingsonderzoeken naadloos aan op de gezamenlijke strategie. ​

Voor inspecties

ILT en NVWA krijgen een platform om intel te delen en om gezamenlijke interventies af te spreken, bijvoorbeeld gecombineerde inspectie‑ en opsporingsteams rond illegale afvalexport.

Voor omgevingsdiensten

De strafbeschikkingsbevoegdheid van directeuren (artikel 4.2 Besluit OM‑afdoening) maakt dat omgevingsdiensten ook zélf boetes kunnen opleggen. Via de SMK sluiten zij beter aan op strafrechtelijke trajecten. ​

Voor beleidsdepartementen

De drie bewindspersonen krijgen via jaarlijkse verslagen inzicht in voortgang, hiaten en benodigde wetswijzigingen. Hoewel adviezen van de SMK niet bindend zijn, vormen zij een belangrijke input voor beleid en wetgeving. ​

Tijdlijn: wat staat er op de agenda na 2025?

  1. Q3 2025 – eerste formele SMK‑vergadering onder het nieuwe besluit; vaststellen werkprogramma dreigingsbeeld.

  2. 2026 – publicatie Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit 2026‑2030.

  3. Begin 2027 – definitieve Agenda Strafrechtelijke Aanpak Milieucriminaliteit 2027‑2030 na bespreking in het BOb.

  4. Vanaf 2027 – jaarlijkse voortgangsrapportages, gereed in Q1 van het daaropvolgende jaar.

Deze planning staat niet letterlijk in het besluit, maar volgt logisch uit de vierjaarlijkse cyclus en de inwerkingtreding in 2025.

Veelgestelde vragen over de SMK

Is de SMK een nieuw toezichts‑ of opsporingsorgaan?
Nee. De SMK heeft geen eigen opsporings‑ of handhavingsbevoegdheden. Ze bundelt strategische keuzes van bestaande organisaties.

Wat gebeurt er als consensus uitblijft?
Dan kan er formeel geen besluit worden genomen. Praktisch betekent dit dat leden moeten heronderhandelen tot er overeenstemming is.

Wordt de omgevingsdienstenrol niet te groot?
Volgens het besluit spreken omgevingsdiensten in de SMK alleen namens hun strafrechtelijke taken (strafbeschikking). Zij houden hun bestuursrechtelijke autonomie via het BOb. ​

Heeft de SMK invloed op beleid buiten milieu?
Alleen indirect. Adviezen kunnen raken aan bijvoorbeeld arbeidsomstandigheden wanneer zaken overlappen (Seveso‑inrichtingen), maar de SMK blijft binnen de milieu‑bevoegdheden van haar leden.

Print Friendly and PDF ^