Rechtbank Rotterdam 17 oktober 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:10712

De verdachte in deze zaak was was bestuurder en vennoot van een op 16 februari 2021 failliet verklaard bedrijf. De verdachte was verantwoordelijk voor de administratie. Tijdens de onderzochte periode zijn er geen jaarstukken, balansen of winst- en verliesrekeningen opgesteld. De kasadministratie en een overzicht van de schuldeisers ontbraken, en de verkoopadministratie was onoverzichtelijk. Tot aan het faillissement en daarna werd er geen volledige en duidelijke administratie bijgehouden of bewaard, en de curator kreeg geen goed overzicht van de financiële situatie van het bedrijf. Hierdoor kon de curator moeilijk vaststellen welke rechten en verplichtingen het bedrijf had, wat de afwikkeling van het faillissement sterk vertraagde.

Daarnaast heeft de verdachte in totaal € 1.446.266 aan de boedel onttrokken. Dit deed hij door zakelijke betalingen op zijn privérekening te ontvangen, geld van de bedrijfsrekening te ontvangen zonder dat dit goed werd vastgelegd, en contant geld van het bedrijf op zijn privérekening te storten.

Procesafspraken

De officier van justitie en de verdachte hebben procesafspraken gemaakt over de afdoening van de strafzaak.

De procesafspraken houden onder meer in dat de verdediging geen verweren voert op de terechtzitting. De officier van justitie zal een werkstraf eisen van 240 uur, met aftrek van voorarrest en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaren, onder de bijzondere voorwaarde dat de verdachte gedurende de proeftijd maandelijks € 750,- aflost aan schuldeisers.

Strafoplegging

Veroordeling tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaren en tot een taakstraf van 240 uur voor faillissementsfraude.

Bijzondere voorwaarde: de veroordeelde zal gedurende de proeftijd maandelijks een bedrag van € 750,- aflossen aan de schuldeisers.

Lees hier de volledige uitspraak.