Hof Arnhem-Leeuwarden: (formeel) bestuurder van rechtspersoon zijn is niet voldoende om aangemerkt te worden als feitelijke leidinggever aan een door de rechtspersoon begaan strafbaar feit

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 30 oktober 2024, ECLI:NL:GHARL:2024:6700

Anders dan de rechtbank heeft gedaan spreekt het hof verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten. Het hof oordeelt dat als een verdachte (formeel) bestuurder is van een rechtspersoon dat nog niet voldoende is om hem of haar aan te merken als feitelijke leidinggever aan een door die rechtspersoon begaan strafbaar feit. Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen van feitelijke leidinggeven aan een verboden gedraging, moet ook kunnen worden vastgesteld dat sprake is van opzet op de verboden gedraging. Naar het oordeel van het hof kan niet worden vastgesteld dat verdachte daadwerkelijk opzet op die verboden gedragingen had.

Verdenking

Feit 1 (primair): Bedrieglijke bankbreuk (art. 341 Sr)

  • Opzettelijk goederen (geldbedragen) aan de boedel hebben onttrokken (bijvoorbeeld door contante opnames en overboekingen naar privérekeningen of het doen van privé-uitgaven).

  • Niet hebben voldaan aan wettelijke administratieverplichtingen (zoals het bijhouden van een kasboek en het opstellen van jaarrekeningen die inzicht geven in de financiële situatie).

  • Opdracht hebben gegeven tot of leiding hebben gegeven aan deze strafbare handelingen.

Feit 1 (subsidiair): Buitensporige uitgaven

Indien het primair ten laste gelegde niet bewezen kan worden, wordt subsidiair gesteld dat:

  • Het bedrijf en/of de leidinggevenden buitensporige uitgaven hebben gedaan (bijvoorbeeld privé-opnames en niet-zakelijke betalingen).

  • Deze uitgaven zijn verricht terwijl men wist dat er onvoldoende middelen beschikbaar waren voor het voldoen van lopende en toekomstige verplichtingen, zoals belastingbetalingen.

Feit 2: Valsheid in geschrifte (onjuiste jaarrekeningen)

  • Het opzettelijk openbaar maken van onjuiste financiële stukken (zoals balans, winst- en verliesrekening, en toelichtingen daarop).

  • Deze stukken bevatten onwaarheden, zoals:

    • Het niet opnemen van aanslagen vennootschapsbelasting van de Belastingdienst.

    • Het vermelden van een positief eigen vermogen dat niet klopt.

  • Deze onjuiste jaarrekeningen zouden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.

Vrijspraak

De advocaat-generaal heeft zich ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend is bewezen dat de rechtspersoon bedrieglijke bankbreuk heeft gepleegd en onware stukken bij de Kamer van Koophandel heeft gedeponeerd en dat de verdachte samen met een ander hier feitelijke leiding aan heeft gegeven. De advocaat-generaal heeft aangevoerd dat de verdachte – die formeel bestuurder was van bedrijf – wist van de financiële problemen binnen het bedrijf, maar desondanks bewust de financiële kant aan haar toenmalige echtgenoot overliet.

Het hof stelt voorop dat de enkele omstandigheid dat een verdachte (formeel) bestuurder is van een rechtspersoon niet voldoende is om hem of haar aan te merken als feitelijke leidinggever aan een door die rechtspersoon begaan strafbaar feit. Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen van feitelijke leidinggeven aan een verboden gedraging, moet ook kunnen worden vastgesteld dat sprake is van opzet op de verboden gedraging

Naar het oordeel van het hof kan op grond van het dossier en het verhandelde op de terechtzitting niet worden vastgesteld dat de verdachte in de tenlastegelegde periode op de hoogte was van het feit dat door het bedrijf waarvan zij bestuurder was bedrieglijke bankbreuk werd gepleegd of dat onware stukken bij de Kamer van Koophandel werden gedeponeerd en derhalve dat verdachte opzet op deze verboden gedragingen had.

Het hof heeft daarom uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^