Rotterdamse strafrechter kent hoogste immateriële schadevergoeding ooit toe

Rechtbank Rotterdam 12 juli 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:6787

In deze zaak oordeelde de rechtbank dat de verdachte schuldig is aan medeplegen van poging tot doodslag. Op 7 januari 2024 is de verdachte samen met een medeverdachte naar de woning van het slachtoffer in Vlaardingen gegaan met de bedoeling geweld te gebruiken. De medeverdachte schoot het slachtoffer door het hoofd, waarbij het slachtoffer ernstig letsel opliep. Hoewel de verdachte niet zelf het schot loste, vond de rechtbank dat hij een essentiële bijdrage leverde door met een doorgeladen vuurwapen de woning binnen te gaan en bewust de kans op vuurwapengeweld te aanvaarden. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot acht jaar gevangenisstraf.

Vorderingen benadeelde partij

De vorderingen van de benadeelde partij zijn ingediend door mr. S. Vermeulen namens de benadeelde partijen. De vorderingen betreffen schadevergoeding voor zowel materiële als immateriële schade (inclusief affectieschade en shockschade) voor het slachtoffer zelf en verschillende familieleden van het slachtoffer, zoals de broer, ex-vrouw, minderjarige kinderen, en ouders van het slachtoffer.

De rechtbank heeft de volgende vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen:

1. Slachtoffer

  • Materiële schade: € 585,- (kosten eigen risico zorgverzekering)

    • Reden: Deze vordering is voldoende onderbouwd en niet betwist door de verdediging.

  • Immateriële schade: € 400.000,-

    • Reden: Het slachtoffer heeft ernstig en blijvend letsel opgelopen, waaronder schedelfracturen en blijvende hersenbeschadiging. De hoogte van de vergoeding is vastgesteld naar maatstaven van billijkheid, rekening houdend met de ernst van het letsel en de gevolgen voor het slachtoffer.

2. Benadeelde 1 (Broer van het slachtoffer)

  • Shockschade: € 15.000,-

    • Reden: Benadeelde 1 heeft gezien hoe zijn broer door het hoofd werd geschoten, wat een hevige emotionele schok teweegbracht. De rechtbank acht het aannemelijk dat dit geestelijk letsel heeft veroorzaakt, dat in rechte kan worden vastgesteld.

3. Benadeelde 2 (Ex-vrouw van het slachtoffer)

  • Shockschade: € 15.000,-

    • Reden: Benadeelde 2 was aanwezig tijdens het schietincident en werd direct geconfronteerd met de ernstige gevolgen. De rechtbank acht ook hier aannemelijk dat dit geestelijk letsel heeft veroorzaakt, dat in rechte kan worden vastgesteld.

4. Benadeelde 3 en Benadeelde 8 (Minderjarige kinderen van het slachtoffer)

  • Affectieschade: € 17.500,- per kind

    • Reden: Als kinderen van het slachtoffer, die ernstig en blijvend letsel heeft opgelopen, behoren zij tot de kring van gerechtigden voor vergoeding van affectieschade.

5. Benadeelde 4 en Benadeelde 5 (Ouders van het slachtoffer)

  • Affectieschade: € 15.000,- per ouder

    • Reden: Als ouders van het slachtoffer behoren zij ook tot de gerechtigden die recht hebben op vergoeding van affectieschade.

De toekenning van de vergoedingen is gebaseerd op de ernst van het letsel, de gevolgen voor de benadeelde partijen en de criteria zoals vastgelegd in de jurisprudentie en de relevante wettelijke bepalingen.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^