Strafoplegging in arbeidsomstandighedenzaak: een buitenwettelijke bijzondere voorwaarde?

In de strafzaak betreffende een dodelijk ongeval op een bouwplaats in Den Haag op 22 mei 2019 is de hoofdaannemer van dat project – een bouwbedrijf – door de rechtbank Rotterdam veroordeeld wegens overtreding van artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet en dood door schuld. De strafoplegging is in dit vonnis meest opvallend. Aan de verdachte rechtspersoon is als bijzondere voorwaarde gesteld een bedrag van € 40.000 te betalen aan een stichting die zich inzet voor verplichte nascholing van kraanmachinisten, doch alleen indien die stichting binnen 18 maanden na het ingaan van de proeftijd zal worden aangewezen als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Alhoewel vanuit menselijk oogpunt wellicht prijzenswaardig, is dit deel van het dictum niet in te passen in de systematiek van het Wetboek van Strafrecht. Deze beslissing van de rechtbank wordt in deze annotatie kritisch beschouwd.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^