Vrijspraak standbouwer na dodelijk arbeidsongeval op VT Wonenbeurs
/Rechtbank Amsterdam 13 februari 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:913
Tijdens de afbouw van de VT Wonen&Design Beurs 2018 in de RAI is op 7 oktober 2018 een achterwand van een stand omgevallen. Een medewerker, die op dat moment verlichting verwijderde, viel hierdoor van een trap en overleed later aan zijn verwondingen. De standbouwer, verdachte, werd vervolgd voor schuld aan het overlijden van de medewerker op grond van artikel 307 van het Wetboek van Strafrecht.
Tenlastelegging
Het Openbaar Ministerie stelde dat de standbouwer een onveilige stand had gebouwd en vervolgens naliet maatregelen te nemen toen bleek dat de constructie instabiel was. Volgens de officier van justitie had de verdachte onvoldoende zorg gedragen voor de veiligheid van de stand en zou dit tot de fatale instorting hebben geleid.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie vond dat bewezen kon worden dat de verdachte nalatig was geweest en vorderde een geldboete van € 45.000. Er werd aangevoerd dat de standbouwer bewust had afgeweken van voorgeschreven bouwmethodes en onvoldoende toezicht had gehouden na signalen over instabiliteit.
Standpunt van de verdediging
De verdediging stelde dat er geen wettelijke normen waren waaraan een beursstand moest voldoen en dat de stand, zolang deze was gekoppeld aan een achterliggende stand, niet instabiel was. Bovendien kon de verdachte niet verantwoordelijk worden gehouden voor wat er na de bouw met de stand gebeurde, zeker omdat zij niet was gewaarschuwd dat de koppeling werd losgemaakt.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank achtte niet bewezen dat de stand in gekoppelde staat instabiel was. Tijdens de beurs waren er geen meldingen van instabiliteit en de deskundige die door de Inspectie SZW werd ingeschakeld, was onvoldoende geïnformeerd over de precieze constructie.
Daarnaast stond vast dat de stand wél instabiel werd toen de achterliggende stand werd afgebroken, maar dat gebeurde op een moment dat de verdachte niet aanwezig was. De standbouwer was niet op de hoogte gesteld van deze wijziging en kon daarom niet worden verweten geen maatregelen te hebben genomen.
Ook was er geen sprake van bewuste en nauwe samenwerking met een andere partij die zou wijzen op gedeelde verantwoordelijkheid voor het ongeval.
De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle verwijten.
Lees hier de volledige uitspraak.