Wat zijn de vereisten voor het zijn van kansspelautomaat?

Hoge Raad 26 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1728

De verdachte heeft in de periode van medio april 2017 tot en met 18 november 2017 in een reisbureau in Oss kansspelautomaten geëxploiteerd en aanwezig gehad zonder daarvoor de vereiste vergunningen te hebben.

Het ging om vijf speelautomaten die niet voldeden aan de wettelijke eisen en die waren uitgerust met software waarmee weddenschappen op sportwedstrijden konden worden afgesloten. Deze automaten waren voorzien van een houten behuizing, computerschermen, toetsenborden, muizen, scanners en eenheden voor het invoeren van munten. De software op de automaten stelde gebruikers in staat om weddenschappen op sportwedstrijden te plaatsen, en de resultaten daarvan werden bepaald aan de hand van daadwerkelijke sportuitslagen.

De verdachte heeft verklaard dat de apparaten bedoeld waren om in te zetten op voetbalwedstrijden en dat hij daarmee inkomsten genereerde. Deze activiteiten zijn in strijd met de bepalingen van de Wet op de kansspelen (Wok), omdat de apparaten niet waren voorzien van de vereiste merktekens of vergunningen en niet overeenstemden met toegelaten modellen van speelautomaten.

De verdachte is wegens 1. "overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 30t, eerste lid, van de Wet op de kansspelen, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd" en 2. "overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 30b, eerste lid, van de Wet op de kansspelen, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd", veroordeeld tot 40 uren taakstraf subsidiair 20 dagen hechtenis.  

Middel

Het cassatiemiddel klaagt over het oordeel van het hof dat, gelet op de bestemming van de in het reisbureau van de verdachte aangetroffen apparaten, sprake is van kansspelautomaten (zijnde speelautomaten).

Beoordeling Hoge Raad

Uit artikel 30 Wok volgt dat een ‘kansspelautomaat’ een speelautomaat betreft, die geen behendigheidsautomaat is. Onder ‘speelautomaat’ wordt verstaan ‘een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen’. Op grond van de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 30 Wok, zoals weergegeven in het arrest van de Hoge Raad van 2 februari 2021, ECLI:NL:HR:2021:157, moet worden aangenomen dat dit vereiste met zich brengt dat het spel zelf moet bestaan uit een mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, dat door de speler in werking wordt gesteld.

Het hof heeft vastgesteld dat de in het reisbureau van de verdachte aanwezige computers uitsluitend werden gebruikt om, via de daarop geïnstalleerde software, weddenschappen op (voetbal)wedstrijden af te sluiten en dat vervolgens aan de hand van de daadwerkelijke sportuitslagen werd bepaald of tot uitkering van een geldbedrag moest worden overgegaan. Het hof heeft geoordeeld dat deze computers kunnen worden aangemerkt als ‘kansspelautomaten’, zijnde ‘speelautomaten’. Dat oordeel getuigt – mede in het licht van de genoemde wetsgeschiedenis – van een onjuiste rechtsopvatting. Uit de vaststellingen van het hof volgt niet dat sprake was van een toestel dat is ‘ingericht voor de beoefening van een spel dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces’ in de zin van artikel 30 Wok. Bij een sportweddenschap (vgl. artikel 15 lid 2 Wok) is het ‘spel’ immers de sportwedstrijd waarop de weddenschap wordt afgesloten en niet een door de speler in werking gesteld proces als in die bepaling bedoeld. Dat een computer (mede) is bestemd voor het afsluiten van sportweddenschappen brengt dan ook niet mee dat deze is aan te merken als een ‘speelautomaat’ en dus ook niet als een ‘kansspelautomaat’ in de zin van artikel 30 Wok.

Het cassatiemiddel slaagt.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^