Werkstraf geëist voor valsheid in geschrifte en oplichting

Het Openbaar Ministerie eist 200 uur werkstraf en twee maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar tegen een 40-jarige man uit Breda die wordt verdacht van valsheid in geschrifte en oplichting. Hij zou opzettelijk vervalste intentieverklaringen aan zijn subsidieaanvraag hebben toegevoegd en een eindverantwoordingsverslag hebben ingediend waarin veel hogere uitgaven zijn vermeld dan daadwerkelijk zijn gedaan. Ook wordt hem verweten dat hij het subsidiegeld aan andere doeleinden heeft besteed dan waarvoor de subsidie aangevraagd en dus bedoeld was.

Als bestuurder van een lokale voetbalvereniging vroeg de verdachte in 2017 subsidie aan in het kader van Sportimpuls. Dit programma was opgezet door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport met het doel om de jeugd, die niet of onvoldoende deelneemt aan beweging en sport, in lage inkomensbuurten te kunnen laten sporten. Ten behoeve van een zaalvoetbalproject, gericht op de Bredase wijk Hoge Vught, diende de verdachte een aanvraag in van 70.275 euro.

Het geld zou worden besteed aan een sportprogramma voor kinderen en jongeren tussen 9 en 21 jaar, met onder meer zaalvoetbaltrainingen, coaching van jongeren en meerdere events.  Er zou integraal worden samengewerkt met verschillende partners in de omgeving. Na goedkeuring van de subsidieaanvraag werd een bedrag van 69.100 euro uitgekeerd.

Afwijkende bedragen

De politie deed onderzoek naar deze subsidieaanvraag. De verdachte had bij zijn subsidieaanvraag meerdere partners opgevoerd die zouden meewerken aan zijn project. Dat gaf hij aan met ondertekende intentieverklaringen. Maar al die verklaringen waren vervalst, zo bleek uit onderzoek. De partners kenden het project niet.

Controle van de kostenposten in de eindbegroting lieten grote verschillen zien: er waren hogere geldbedragen opgevoerd dan in werkelijkheid waren betaald. In één geval ging het om een verschil van ruim 14.000 euro. In de onderzochte periode zijn ook contante geldopnames gedaan, zonder dat duidelijk werd waarvoor dat nodig was.

Voor het Openbaar Ministerie staat vast dat de verdachte gemeenschapsgeld ontving om een mooi project op te richten voor kwetsbare kinderen en jongeren, maar dat (een deel van) het geld terecht is gekomen bij de voetbalclub waarvan hij vice-voorzitter was. Dat neemt het OM hem zeer kwalijk. Zo zijn er veldvoetballen, rouwbanden, hoekvlaggen en kleding voor volwassenen aangeschaft, wat niet te rijmen valt met zaalvoetbalactiviteiten voor de lokale jeugd.

Bron: OM

Print Friendly and PDF ^