WODC: Faillissementscuratoren missen vaak financiële middelen om fraude aan te pakken

In geval van een faillissement is de opbrengst van de boedelverkoop vaak te laag om de curator van te betalen. Dat is onwenselijk. Daarbij is bij dit soort zaken ook met enige regelmaat sprake van fraude of onregelmatigheden. Curatoren beschikken dan ook niet over de financiële middelen om dit te onderzoeken of aan te pakken, waardoor de fraudeurs vrijuit gaan. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Leiden en SEO Economisch Onderzoek, in opdracht van het WODC.  

Lees hier het volledige rapport.

Het onderzoek vloeit voort uit een probleem waar de Hoge Raad en de praktijk al langer op wijzen. Namelijk dat faillissementscuratoren zijn aangesteld in een faillissement dat onvoldoende middelen bevat om hun werkzaamheden te betalen. Dit zijn de zogenoemde ‘lege boedels’. Het onderzoek geeft inzicht hoe vaak er sprake is van een tekort in de failliete boedel om het salaris van de curator uit te betalen. En hoe hoog dat tekort gemiddeld gesproken is per faillissement. Ook biedt het een inventarisatie van mogelijke oplossingen.

Flinke tekorten in betaling werkzaamheden curatoren

Het blijkt dat in ongeveer een kwart van de faillissementen het salaris van de curator niet of niet volledig kan worden betaald. Het totale bedrag aan onbetaald gebleven salarissen bedraagt per jaar gemiddeld bijna 8 miljoen euro. De standaardwerkzaamheden die curatoren verrichten gaan bijvoorbeeld om een inventarisatie van de bezittingen en schulden van een onderneming, een eerste inventarisatie van eventuele onregelmatigheden en de communicatie met een bestuurder en het personeel. Deze werkzaamheden nemen bij faillissementen van bedrijven gemiddeld ongeveer 20 uur in beslag.
De te lage compensatie leidt er ook vaak toe dat curatoren de ruimte niet hebben om (vermoedens van) fraude te onderzoeken of aan te pakken. Zie ook een eerder onderzoek van het WODC, uitgevoerd door Regioplan. Over hoeveel uur er gemiddeld nodig is voor nader onderzoek naar en de aanpak van onregelmatigheden, misbruik en fraude geeft het onderzoek geen uitsluitsel.

Aanbevelingen

De onderzoekers doen een aantal aanbevelingen om het probleem rondom de financiering van curatoren op te lossen. Deze aanbevelingen vormen een combinatie van verschillende oplossingsrichtingen, die gezamenlijk als het meest geschikt en rechtvaardig worden beschouwd. Daarbij wordt verwacht dat meerdere betrokken partijen een bijdrage leveren, zodat de lasten niet bij één enkele partij terechtkomen.

De aanbevolen oplossingsrichtingen zijn:

  • Drempel voor uitspreken faillissement
    Deze kwalitatieve drempel kan ervoor zorgen dat het aantal lege boedel-faillissementen afneemt. Door bij faillissementsaanvragen een kort, gestandaardiseerd globaal onderzoek te verrichten kan worden beoordeeld of een faillissement bij gebrek aan financiële middelen moet worden uitgesproken. Hierdoor hoeft niet meer iedere faillissementsaanvraag, waarbij is voldaan aan de materiele criteria, te worden toegewezen aan een curator. Maar alleen als daar een goede reden voor is. Om een faillissement uit te spreken, moet worden voldaan aan nader te definiëren kwalitatieve criteria, zoals (vermoedens) van onregelmatigheden. Alleen de constatering dat onvoldoende middelen beschikbaar zijn om de curator te betalen (een kwantitatieve drempel), is onvoldoende om het faillissement niet uit te spreken, maar kan bij de beoordeling wel meespelen.

  • Gegarandeerde basisfinanciering voor curatoren
    Stel een gegarandeerde basisvergoeding van 20 uur per faillissement in voor standaardwerkzaamheden die curatoren in faillissementen moeten uitvoeren. Deze financiering kan komen uit een fonds dat moet worden gevuld met beperkte bijdragen vanuit verschillende bronnen: alle bedrijven (bij inschrijving in het handelsregister), zekerheidsgerechtigden (zoals hypotheekverstrekkers, banken en andere financiers) en de Belastingdienst bij het te gelde maken van goederen waarop zij voorrang hebben, alle curatoren gezamenlijk (om in aanmerking te komen voor benoemingen als faillissementscurator) en als vangnet de overheid vanuit de algemene middelen.

  • Betere financiële ondersteuning van curatoren bij fraudeonderzoek
    Dit kan door de reikwijdte van de bestaande Garantstellingsregeling curatoren uit te breiden. Hierdoor kan deze ook worden gebruikt voor de aanpak van onregelmatigheden wanneer dit niet aantoonbaar leidt tot toename van de middelen in de boedel, zoals dat nu vereist is. Het helpt ook om de personele capaciteit bij het Fraudemeldpunt te versterken, zodat fraudemeldingen van curatoren aldaar kunnen worden opgepakt.

Print Friendly and PDF ^