Conclusie AG in zaak veroordeelde executeur testamentair: toewijzing vordering tot schadevergoeding van gemeenschap van erfgenamen aan één van de deelgenoten in de nalatenschap

Parket bij de Hoge Raad 14 mei 2019, ECLI:NL:PHR:2019:465

Het vierde middel komt met een rechts- en een motiveringsklacht op tegen de beslissing tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij en tegen de oplegging aan de verdachte van de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in art. 36f Sr. Geklaagd wordt dat de beslissingen om aan de benadeelde partij benadeelde 1 de vordering tot schadevergoeding gedeeltelijk toe te wijzen en ten behoeve van dit slachtoffer benadeelde 1 de schadevergoedingsmaatregel op te leggen, zijn gebaseerd op de omvang van de schade die niet deze (individuele) benadeelde partij benadeelde 1 alleen heeft geleden, maar die de erven gezamenlijk hebben geleden.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Samenloop van de vordering van de benadeelde partij met een civiele procedure

Parket bij de Hoge Raad 21 mei 2019, ECLI:NL:PHR:2019:476

De opvatting dat de strafrechter de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet verklaren in haar vordering, indien over die vordering door de civiele rechter reeds is beslist of indien die vordering bij de civiele rechter nog aanhangig is, vindt geen steun in het recht.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG met beschouwingen over rechtstreekse schade

Parket bij de Hoge Raad 21 mei 2019, ECLI:NL:PHR:2019:526

De schade is rechtstreeks indien er voldoende verband of samenhang bestaat tussen enerzijds het bewezenverklaarde feit en anderzijds die schade. Voor de beantwoording van de vraag of voldoende verband bestaat tussen het bewezenverklaarde handelen en de door de benadeelde partij geleden schade, zijn de concrete omstandigheden van het geval bepalend. Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat de voorwaarde van ‘voldoende verband’ niet al te strikt wordt uitgelegd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Uitgebreide overweging ten aanzien van verweer dat BP auto zou kunnen opeisen dan wel dat de waarde moeilijk te bepalen is

Gerechtshof Amsterdam 28 februari 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:617

De raadsman heeft primair bepleit dat de vordering moet worden afgewezen, omdat de benadeelde partij mogelijk zijn auto kan opeisen en daarom geen schade heeft geleden. Subsidiair kan de waarde van de auto niet bepaald worden, omdat het een auto betrof die vanuit het buitenland is ingevoerd en de waarde van zo’n auto moeilijk te bepalen is. Daarom is de behandeling van de vordering een onevenredige belasting voor het strafgeding en is de benadeelde partij niet-ontvankelijk.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Kabinet werkt verder aan positie slachtoffers

Straks moeten verdachten van ernstige zeden- en geweldsmisdrijven die in voorlopige hechtenis zitten, verplicht aanwezig zijn op de terechtzitting en bij de uitspraak. Op die manier kan een verdachte de rechter en het slachtoffer  niet langer ontlopen. Dit staat in een wetsvoorstel van minister Dekker voor Rechtsbescherming waarmee de ministerraad heeft ingestemd.  

Read More
Print Friendly and PDF ^