Voor tonnen beslag gelegd in onderzoek naar fraude met PGB-gelden van gedetineerden

De opsporingsdienst van de Inspectie SZW heeft afgelopen voor tonnen beslag gelegd in een lopend onderzoek naar een stichting in Emmen die vermoedelijk heeft gefraudeerd met Persoonsgebonden Budgetten (PGB). Uit onderzoek blijkt dat er zorg zou zijn gefactureerd terwijl de betreffende cliënten in detentie zaten en dus de zorg niet ontvingen. Er is beslag gelegd op onroerend goed en op schilderijen, kunstvoorwerpen, edelstenen en horloges.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Beklag ex art. 552a Sv tegen beslag op geldbedragen: OM heeft de bedragen overgemaakt aan de Belastingdienst na vordering ex art. 19 Invorderingswet

Rechtbank Den Haag 19 november 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:12237

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt overwegingen termijn hernieuwd beklag

Hoge Raad 15 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1583

Het middel bevat de klacht dat de Rechtbank de klager ten onrechte wegens overschrijding van de termijn van art. 552a, vierde lid, Sv, niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn hernieuwde beklag. Het voert daartoe aan dat de Rechtbank heeft miskend dat sprake is van een ‘vervolgde zaak’ in de zin van het derde lid van art. 552a Sv.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Aan vordering van OvJ tot leggen van conservatoir beslag in strafzaken te stellen eisen m.b.t. het vermelden van de aard van het beslag

Hoge Raad 15 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1591

Het middel klaagt over de juistheid en de begrijpelijkheid van het oordeel van de Rechtbank dat in de vordering tot machtiging van de Officier van Justitie tot het leggen van conservatoir beslag als bedoeld in art. 94a en 103 Sv, concrete voorwerpen moeten worden genoemd waarop het voorgenomen beslag betrekking heeft.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Hoge Raad gaat in op (de mandatering van) de bevoegdheid tot vernietiging van in beslag genomen voorwerpen

Hoge Raad 18 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:972

Een machtiging als bedoeld in art. 117 Sv wordt ingevolge het tweede lid van die bepaling door het openbaar ministerie verleend. Dit betekent, gelet op art. 125 RO, dat deze machtiging slechts kan worden verleend door het College van procureurs-generaal en rechterlijke ambtenaren, als bedoeld in art. 1, onderdeel b, onder 6° en 7°, RO. De uitoefening van deze bevoegdheid kan ingevolge art. 126, eerste lid, RO worden opgedragen aan een andere bij het parket werkzame ambtenaar voor zover het hoofd van het parket daarmee heeft ingestemd.

Read More
Print Friendly and PDF ^