Tuchtrechter: Advocaat mocht zowel verdachte bestuurder als zijn werknemers (als getuigen) bijstaan

Hof van Discipline 's Gravenhage 17 januari 2025, ECLI:NL:TAHVD:2025:14

In deze zaak lag de vraag voor of een advocaat, die een werkgever als verdachte bijstond, in diezelfde zaak ook de werknemers van die werkgever, die door de politie als getuigen worden opgeroepen, mocht bijstaan of dat door de afhankelijkheidsrelatie tussen werkgever/verdachte en werknemers/getuigen sprake is van tegenstrijdige belangen dan wel een situatie waarin voorzienbaar is dat het op een tegenstrijdig belang kan uitlopen. Het hof is, anders dan de raad, van oordeel dat verweerder onder de gegeven omstandigheden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door zowel de verdachte-werkgever als de getuigen-werknemers bij te staan. Het hof vernietigt de beslissing van de raad, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Twee jaar gevangenisstraf voor oplichting met cateringbedrijven

De rechtbank Overijssel veroordeelt een 54-jarige man tot een gevangenisstraf van twee jaar voor oplichting. De man maakte zich met twee verschillende cateringbedrijven herhaaldelijk schuldig aan oplichting van verschillende bedrijven en personen in Twente. Hij deed zich voor als een betrouwbare ondernemer en ging betalingsverplichtingen aan. Hij bestelde goederen en maakte gebruik van diensten, maar betaalde de facturen niet. De 51-jarige vrouw met wie hij de bedrijven runde krijgt een taakstraf van 100 uur opgelegd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Cybercrimezaak: schadeloosstelling door de bank van klanten betreft rechtstreekse schade voor de bank

Gerechtshof Den Haag 8 augustus 2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:1416

De verdachte, geboren in 2002, wordt verweten als leider van een crimineel samenwerkingsverband te hebben gefungeerd. Het samenwerkingsverband richtte zich op het plegen van oplichtingspraktijken via phishing, computervredebreuk, diefstal met behulp van valse sleutels en gewoontewitwassen. Deze feiten vonden plaats in de periode van november 2019 tot juli 2020. De verdachte was ten tijde van de meeste feiten minderjarig.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling medewerkster zorginstelling voor valse aangifte, laster en verduistering na sturen van anonieme smadelijke en lasterlijke brieven aan onder meer zichzelf

Gerechtshof Den Haag 24 december 2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:2478

De verdachte, een vrouw werkzaam bij een zorginstelling in Bodegraven, wordt vervolgd wegens meerdere strafbare feiten die plaatsvonden tussen 2015 en 2016. Zij wordt beschuldigd van het doen van valse aangiften van bedreiging en laster, het opzettelijk verspreiden van smadelijke en onware brieven en de verduistering van een fotocamera. De verdachte werkte sinds 2010 bij de zorginstelling en beweerde slachtoffer te zijn van bedreigingen. Gedurende een uitgebreide periode stuurde zij echter anonieme brieven met ernstige beschuldigingen over de zorginstelling en haar medewerkers, wat leidde tot wantrouwen, onrust en reputatieschade voor de instelling. Bovendien heeft zij een fotocamera van een collega, die zij naar eigen zeggen had gevonden, niet teruggegeven.

Read More
Print Friendly and PDF ^

In hoger beroep alsnog akkoord op eerder gemaakte procesafspraken: Anders dan de Rb is het hof van oordeel dat de overeengekomen straf niet in redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 20 december 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:208

De verdachte staat terecht voor het medeplegen van de uitvoer van 31 kilogram cocaïne. In hoger beroep honoreert het hof de procesafspraken tussen het OM en de verdediging, waarbij een straf van 33 maanden wordt opgelegd. Dit wijkt af van de rechtbank, die eerder 48 maanden oplegde.

Achtergrond

De verdachte staat terecht voor het medeplegen van de uitvoer van 31 kilogram cocaïne, wat in strijd is met artikel 2 van de Opiumwet. In eerste aanleg veroordeelt de rechtbank hem tot 48 maanden gevangenisstraf. Zowel de verdachte als het Openbaar Ministerie (OM) gaan in hoger beroep, mede vanwege de procesafspraken die in eerste aanleg niet worden gehonoreerd.

Procesafspraken in eerste aanleg

In december 2022 sluiten het OM en de verdediging procesafspraken, waaronder:

  1. Een verlaging van de strafeis van 48 naar 33 maanden gevangenisstraf, onvoorwaardelijk.

  2. Het afzien van verdere strafrechtelijke vervolging van de verdachte in deze zaak.

  3. Het erkennen van de bewezenverklaring door de verdachte, zonder uitgebreide verweren.

De rechtbank wijkt af van deze afspraken en legt een straf op van 48 maanden. Zij oordeelt dat de overeengekomen straf (33 maanden) te mild is in verhouding tot de ernst van het feit.

Procesafspraken in hoger beroep

Het hoger beroep biedt een herbeoordeling van de procesafspraken:

  • Zowel het OM als de verdediging benadrukken dat ook in eenvoudige strafzaken procesafspraken mogelijk moeten zijn om rechtsongelijkheid te voorkomen.

  • De advocaat-generaal en de verdediging pleiten voor een straf van 33 maanden, conform de eerder gemaakte afspraken.

  • Het hof beslist of de straf in redelijke verhouding staat tot de ernst van het delict.

Uitspraak van het hof

Het hof oordeelt dat de procesafspraken redelijk en proportioneel zijn, gezien:

  1. De ernst van het strafbare feit, waarbij de verdachte een beperkte rol vervult als incidentele koerier.

  2. De persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het ontbreken van een strafblad en de impact van detentie op zijn gezinssituatie.

Het hof legt uiteindelijk een straf op van 33 maanden gevangenisstraf, conform de procesafspraken. De tijd die de verdachte in voorarrest doorbrengt, wordt in mindering gebracht.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^