Staat strafkorting op de bijstandsuitkering van verdachte wegens bijstandsfraude in de weg staat aan strafvervolging?

Hoge Raad 1 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1352

Het eerste middel klaagt dat het hof ten onrechte, althans ontoereikend gemotiveerd, heeft geoordeeld dat geen sprake is van een uitzonderlijke — van andere gevallen waarin een bestuursrechtelijk en een strafrechtelijk traject samenlopen, afwijkende — situatie die op gespannen voet staat met het beginsel dat iemand niet twee maal mag worden vervolgd en bestraft voor het begaan van hetzelfde feit en derhalve de strafvervolging van de verdachte ter zake van feit 1 niet in strijd is met beginselen van een goede procesorde.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over voeging BP (rechtspersoon) en gebreken in de vertegenwoordigingsbevoegdheid

Parket bij de Hoge Raad 1 oktober 2019, ECLI:NL:PHR:2019:813

Het gerechtshof Den Haag heeft de verdachte wegens het medeplegen van een geavanceerde vorm van ‘skimmen’ (art. 139c en 139d Sr), betaalpasfraude (art. 232 Sr) en deelneming aan een criminele organisatie (art. 140 Sr) veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaren. Daarnaast heeft het hof de vordering van de benadeelde partij ABN AMRO Bank N.V. tot schadevergoeding ten bedrage van €1.133.796,86 toegewezen en aan de verdachte een schadevergoedingsmaatregel opgelegd, een en ander zoals nader bepaald in het arrest.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Zaak directeur ambulancevervoer: AG bespreekt vraag of verschoningsgerechtigden dan wel klager in gelegenheid moet(en) worden gesteld een standpunt mbt in beslag genomen bestanden kenbaar te maken

Parket bij de Hoge Raad 1 oktober 2019, ECLI:NL:PHR:2019:971

In deze zaak wordt de klager verdacht van gijzeling/wederrechtelijke vrijheidsberoving in vereniging en van poging tot zware mishandeling al dan niet met voorbedachten raad in vereniging, gepleegd op 31 maart 2018 te Winterswijk. Ter zake hiervan is onder hem op 10 april 2018 ex art. 94 Sv een iPhone X en een iMac inbeslaggenomen. De klager heeft zich in een klaagschrift ex art. 552a Sv op het standpunt gesteld dat hem een beroep toekomt op het (afgeleid) verschoningsrecht als bedoeld in art. 218 Sv, omdat hij als directeur van het bedrijf A, dat internationaal ambulancevervoer verzorgt, met hoofdzakelijk medische informatie werkt die afkomstig is van of (uiteindelijk) bedoeld is voor de behandelend artsen, zijnde verschoningsgerechtigden. Volgens hem bevinden zich op de gegevensdragers bestanden die betrekking hebben op dit ambulancevervoer en die daarom onder het verschoningsrecht van de artsen vallen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen m.b.t. betekenis eerdere veroordeling bij buitenlandse rechterlijke beslissing

Hoge Raad 1 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1458

Het tweede middel klaagt dat het Hof het gevoerde verweer dat het Hof niet meer aan strafoplegging kon toekomen nu de verdachte reeds in België is veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf ten onrechte, althans op ontoereikende gronden heeft verworpen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Oplichting als oplichtingsmiddelen niet rechtstreeks worden aangewend jegens degene die een goed afgeeft maar door tussenkomst van derde?

Hoge Raad 1 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1454

Voor oplichting in de zin van art. 326, eerste lid, Sr is vereist dat iemand door een oplichtingsmiddel wordt “bewogen” tot de in die bepaling bedoelde handelingen. Niet vereist is dat het oplichtingsmiddel rechtstreeks wordt aangewend jegens degene die wordt bewogen tot de desbetreffende handelingen. Oplichting kan ook geschieden door tegenover een (niet-strafbare) tussenpersoon het oplichtingsmiddel aan te wenden, mits de verdachte daarbij heeft gehandeld met het in art. 326 Sr bedoelde oogmerk.

Read More
Print Friendly and PDF ^