Fiscale fraudezaak: voldoende motivering getuigenverzoek i.v.m. informatieverstrekking aan Belastingdienst

Hoge Raad 24 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:487

Het eerste middel klaagt dat het hof het verzoek tot het horen van de getuige getuige 1 met toepassing van een onjuiste maatstaf heeft afgewezen en dat de afwijzing van een onbegrijpelijke en ontoereikende motivering is voorzien.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Kan er sprake zijn van een beslagene als op de kennisgeving van inbeslagneming is aangetekend ‘geen eigenaar bekend’?

Hoge Raad 17 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:443

In geval van een beklag van de beslagene tegen een op de voet van art. 94 Sv gelegd beslag dient de rechter a. te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo neen, b. de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp te gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Column: De verhouding tussen artikel 69 lid 2 Algemene wet inzake de Rijksbelastingen en artikel 326 van het wetboek van strafrecht

Door S. van den Akker, strafrechtadvocaat bij Baumgardt Strafcassatie Advocatuur te Rotterdam

Op enig moment is er een onderneming met een bijzonder (crimineel te noemen) winstoogmerk, dat erop neerkomt om de Belastingdienst geld uit te laten keren aan die onderneming zonder dat die onderneming daar daadwerkelijk recht op heeft. De onderneming kan - om een voorbeeld te noemen - meer belasting claimen dan waar zij in werkelijkheid recht op heeft. Een wat mij betreft interessante juridische discussie voor dit ‘probleem’ is de keuze voor de grondslag van de tenlastelegging. De keuze is tussen de Algemene wet inzake de Rijksbelastingen (art. 69 lid 2 daarvan) en de keuze voor het commune strafrecht (in de zin van artikel 326 wetboek van strafrecht).

Read More
Print Friendly and PDF ^

Salduz-problematiek bij ontneming: Herbeoordeling van de vaststellingen in de hoofdzaak vanwege EHRM-uitspraak Van de Kolk/Nederland?

Parket bij de Hoge Raad 17 maart 2020, ECLI:NL:PHR:2020:253

Het middel komt er in de kern op neer dat het hof ten onrechte de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel heeft gebaseerd op verklaringen van (de betrokkene en) medeverdachten die zijn afgelegd met schending van het recht op toegang tot rechtsbijstand.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt overwegingen m.b.t. Promis-werkwijze

Hoge Raad 17 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:440

Het eerste middel klaagt dat het hof in strijd met art. 365a, tweede lid, Sv het verkort arrest niet heeft aangevuld met de gebezigde bewijsmiddelen als bedoeld in art. 359, tweede en derde lid, Sv.

Read More
Print Friendly and PDF ^