HR herhaalt relevante overwegingen m.b.t. klachttermijn

Hoge Raad 27 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1677

Vooropgesteld moet worden dat naar geldend recht de klachtgerechtigde bij een delict als het onderhavige zijn bevoegdheid slechts gedurende de in de wet genoemde klachttermijn kan uitoefenen. In zoverre is zijn macht om te bepalen of de verdachte wordt vervolgd, in de tijd begrensd. Dat betekent dat in het geval dat voor het instellen van een vervolging een klacht is vereist en de klacht niet is ingediend binnen drie maanden nadat de klachtgerechtigde heeft kennis genomen van het gepleegde delict, de vervolging daarop afstuit. Ingeval de klacht weliswaar niet voldoet aan alle formele wettelijke eisen of niet is ingediend bij de bevoegde ambtenaar, maar vaststaat dat de klachtgerechtigde de vervolging heeft gewenst, zal van die wens binnen die termijn van drie maanden moeten zijn gebleken.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR: Het in art. 9 lid 1 WWM bedoelde uitoefenen van een bedrijf omvat activiteiten die zowel door natuurlijke personen als rechtspersonen kunnen worden verricht

Hoge Raad 27 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1693

Mede gelet op de weergegeven bepalingen van de wapenrichtlijn omvat het in artikel 9 lid 1 WWM bedoelde uitoefenen van een bedrijf activiteiten die zowel door natuurlijke personen als rechtspersonen kunnen worden verricht.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR: Art. 74 Awr staat niet in de weg aan ontneming van niet uit belastingnadeel bestaand wederrechtelijk verkregen voordeel van betrokkene die zich ook aan valsheid in geschrift heeft schuldig gemaakt

Hoge Raad 3 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1716

Het hof heeft geoordeeld dat artikel 74 AWR niet aan ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel in de weg staat, omdat de betrokkene zich niet alleen aan een fiscaal delict, maar ook aan ‘valsheid in geschrift’ heeft schuldig gemaakt. In dat verband heeft het overwogen dat het wederrechtelijk verkregen voordeel van de betrokkene correspondeert met de opbrengst van de door hem voor zijn diensten in rekening gebrachte prijs en niet met het belastingnadeel.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen m.b.t. proportionaliteitseis bij noodweer

Hoge Raad 27 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1685

Bij de beoordeling van het cassatiemiddel moet het volgende worden vooropgesteld. De proportionaliteitseis bij noodweer strekt ertoe om niet ook dan een gedraging straffeloos te doen zijn indien zij - als verdedigingsmiddel - niet in redelijke verhouding staat tot de ernst van de aanranding. De in dat verband - tot terughoudendheid nopende - maatstaf luidt of de gedraging als verdedigingsmiddel niet in onredelijke verhouding staat tot de ernst van de aanranding. De keuze van het verdedigingsmiddel en de wijze waarop het is gebruikt, staan bij de beoordeling van de proportionaliteit centraal.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR: Slechts sprake van ‘eigen waarneming’ van de rechter indien waarneming is gedaan door rechters die deel uitmaken van samenstelling die bestreden uitspraak heeft gewezen

Hoge Raad 27 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1682

Het cassatiemiddel klaagt onder meer met betrekking tot het onder 3 bewezenverklaarde feit, dat het hof voor het bewijs gebruik heeft gemaakt van een “eigen waarneming” die het hof in een andere samenstelling heeft gedaan dan de samenstelling die het bestreden arrest heeft gewezen.

Read More
Print Friendly and PDF ^