Wanneer is beslag gelegd ‘krachtens de wet’ (art. 198 Sr)?
/Hoge Raad 14 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1878
Het hof heeft vastgesteld dat de voorzieningenrechter verlof heeft verleend voor de beslaglegging, dat de deurwaarder aan betrokkene 2 en de verdachte heeft gezegd dat hij beslag kwam leggen op de inboedel en de auto van betrokkene 2, en dat de deurwaarder vervolgens deze auto heeft waargenomen in de parkeergarage. Nu het hof geen nadere vaststellingen heeft gedaan met betrekking tot de wijze en het moment waarop de beslaglegging heeft plaatsgevonden, is het kennelijke oordeel van het hof dat die omstandigheden al meebrengen dat sprake was van een “krachtens de wet gelegd beslag” op die auto als bedoeld in artikel 198 lid 1 Sr - in het licht van de wettelijke bepalingen omtrent het leggen van conservatoir beslag - ontoereikend gemotiveerd.
Read More