Veroordeling van voormalig Arubaanse minister wegens onder meer ambtelijke corruptie blijft in stand
/Hoge Raad 7 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:168
De veroordeling van de voormalig minister van Sociale Zaken, Jeugdbeleid en Arbeid van Aruba wegens onder meer ambtelijke omkoping, het medeplegen van verduistering en witwassen, blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad geoordeeld. Artikel 476 van het Wetboek van Strafvordering van Aruba schrijft voor dat als een minister wordt verdacht van ambtsmisdrijven, de bevoegdheden van het Openbaar Ministerie (OM) bij de opsporing, vervolging en berechting worden uitgeoefend door de procureur-generaal. Maar de procureur-generaal mag ook andere leden van het OM een bijzondere aanwijzing geven om deze bevoegdheden namens hem uit te oefenen. Het gerechtshof oordeelde dat in deze zaak sprake was van zo’n bijzondere aanwijzing en dat is voldaan aan de wettelijke vereisten omdat de procureur-generaal “in het bijzonder” een bepaalde officier van justitie had aangewezen om de aan de procureur-generaal op grond van de wet toekomende bevoegdheden uit te oefenen. Dit oordeel van het hof acht de Hoge Raad juridisch juist en niet onbegrijpelijk.
Read More