Parket bij de Hoge Raad 19 maart 2019, ECLI:NL:PHR:2019:205
Het middel, in samenhang bezien met de toelichting daarop, behelst de klacht dat het in art. 6 EVRM gewaarborgde recht op een eerlijk proces is geschonden doordat het hof “de grondslag van de ontnemingsvordering verregaand heeft gewijzigd, althans vrijwel het dubbele van de vordering heeft toegewezen”, door in zijn schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel een langere handelsperiode waarin hennepstekjes door de betrokkene zijn verkocht te betrekken dan waarvan politie, rechtbank en openbaar ministerie in hun berekening zijn uitgegaan, terwijl de verdediging zich daarop niet heeft kunnen voorbereiden en/of dat ter terechtzitting onvoldoende is besproken.
Read More