Wetsvoorstel confiscatie criminele goederen voor advies naar Raad van State gestuurd

Vorige week is besloten het Wetsvoorstel confiscatie criminele goederen, een wetsvoorstel voor afpakken zonder voorafgaande veroordeling voor een misdrijf, voor advies naar de Raad van State te sturen. Met deze zogeheten non conviction based confiscation procedure ontstaat een nieuw instrument in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit en wordt het mogelijk crimineel verkregen goederen steviger aan te pakken.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Een oogje dichtknijpen, of de coffeeshop uitknijpen? Over de discutabele rol van de overheid bij het gedogen van wetsovertredingen

Enige jaren geleden startte het Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving met een sinister gezelschap aan redactieleden. Henny Sackers was daar één van. Direct begon de discussie over de definitie van ‘bijzonder strafrecht’. Fraudezaken, fiscaal strafrecht, witwassen, corruptie, milieustrafrecht en white collar crime. Een semantische discussie, totdat Henny benoemde dat de Wet wapens en munitie en de Opiumwet toch ook bijzonder strafrecht vormen. Dat heeft de deur naar de meer exotische onderwerpen binnen bijzonder strafrecht op een kiertje gezet en dat is zo gebleven.

Read More
Print Friendly and PDF ^

OM niet-ontvankelijk in ontnemingsvordering wegens schendig art. 6 EVRM: Joep van den Nieuwenhuijzen hoeft Staat niets meer te betalen

Gerechtshof Den Haag 17 november 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:2282

Hoewel geen rechtsregel zich ertegen verzet dat het OM een hoger bedrag vordert dan dat in de (oorspronkelijke) ontnemingsvordering en het daarop gebaseerde proces-verbaal is genoemd en ook de rechter hieraan niet is gebonden, is het hof van oordeel dat de onderhavige gang van zaken in strijd is met de beginselen van een behoorlijke procesorde; met name het naleven van artikel 6 EVRM; het recht op een eerlijk proces en het recht op equality of arms. De betrokkene en zijn raadslieden hebben zich gedurende alle voorafgaande jaren in navolging van de aanvraag SFO in de verdediging gericht op een ander perspectief (faillissementsfraude) en daarmee mogelijk kansen om de grondslag van de nieuwe berekening te weerspreken (moeten) laten liggen. Daarbij neemt het hof tevens in aanmerking dat de verhoging van de ontnemingsvordering enkel en alleen het gevolg is geweest van de vrijspraak in de strafzaak van faillissementsfraude. Daarnaast neemt het hof in aanmerking het procesverloop in de ontnemingsprocedure, nadat het arrest van het gerechtshof in de strafzaak was gewezen. Zo is een ontnemingsdossier verstrekt waarin de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uitsluitend is gebaseerd op faillissementsfraude. Voorts heeft het Openbaar Ministerie na het gewezen arrest niet binnen aanvaardbare termijn actief informatie verschaft over het voornemen om de ontnemingsprocedure te baseren op de veroordeling ter zake van omkoping en het ontnemingsbedrag fors te verhogen, maar is daarentegen door de officier van justitie tijdens de zitting van 19 november 2015 expliciet medegedeeld dat het Openbaar Ministerie er bewust voor heeft gekozen om het te ontnemen bedrag zo te laten als het is en dat het genoten wederrechtelijk voordeel uit omkoping min of meer gelijk is aan het bedrag dat op de huidige vordering tot ontneming van wederrechtelijk voordeel is opgenomen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Every Euro Counts ... and So Does Every Second

This article examines the possibilities that the EPPO has under Regulation 2017/1939 to undertake cross-border measures relating to seizure and freezing. It concludes that, in the absence of a specific mechanism in the Regulation, some of the issues that may arise in practice could be solved by resorting to existing EU cooperation instruments on seizure and confiscation. However, questions, in particular as to the legal relationship or hierarchy between the Regulation and these other EU instruments will need to be addressed, ideally in the not too distant future and in the context of a fresh look at Art. 31 of the Regulation.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Wederrechtelijk verkregen voordeel uit andere strafbare feiten: Als rechter toepassing geeft aan art. 36e lid 3 Sr is oplegging van hoofdelijke betalingsverplichting niet mogelijk

Hoge Raad 4 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1359

Als de rechter toepassing geeft aan artikel 36e lid 3 Sr is oplegging van een hoofdelijke betalingsverplichting niet mogelijk, omdat artikel 36e lid 7 Sr die mogelijkheid beperkt tot een betalingsverplichting die haar grondslag vindt in een vaststelling van het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel op grond van artikel 36e leden 1 en 2 Sr. Het hof heeft dat miskend.

Read More
Print Friendly and PDF ^