Artikel: Strategische procesvoering in de beklagprocedure van artikel 12 Sv

Belangenorganisaties ontdekken steeds meer mogelijkheden om het (straf)recht te gebruiken voor strategische doeleinden. In deze bijdrage onderzoeken de auteurs welke ruimte voor strategisch procederen er bestaat binnen de beklagprocedure van artikel 12 Sv. Daartoe worden internationale ontwikkelingen beschreven en wordt het begrip strategische procesvoering nader geduid, worden de wetsgeschiedenis en het wetsvoorstel voor een nieuw Wetboek van Strafvordering geanalyseerd en worden enkele artikel 12 Sv-procedures over (bijzonder) strafrechtelijke kwesties als vormen van strategische procesvoering geduid. Tot slot wordt uiteengezet welke ruimte belangenorganisaties krijgen voor strategische procesvoering bij de beklagrechter, en wordt aan de hand van de voorgestelde nieuwe regeling en de internationale ontwikkelingen verkend of er meer ruimte kan komen voor strategische procesvoering binnen de beklagprocedure.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Collectieve actie voor benadeelde partijen in het strafproces? Pleidooi voor een collectieve schadevergoedingsvordering in de strafprocedure

Kan een organisatie de belangen van benadeelden in een strafprocedure behartigen door voeging van een collectieve schadevergoedingsvordering? Voegingsgerechtigd zijn rechtstreeks benadeelden van het strafbare feit waarvoor de verdachte wordt veroordeeld. Benadeelden kunnen hiervoor een andere partij machtigen. Ik betoog dat een organisatie aan artikel 3:305a BW haar bevoegdheid kan ontlenen om voor benadeelden een collectieve schadevergoedingsvordering bij de strafrechter in te stellen. De hierbij geldende bijzondere ontvankelijkheidsvoorwaarde waaronder de belangrijkste dat hun belangen gelijksoortig zijn, zodat de rechter in staat is deze gebundeld te behandelen en te abstraheren van de individuele feiten en omstandigheden, maakt dat de beoordeling hiervan het strafproces niet onevenredig belast.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Het leed achter financieel-economische delicten

In het financieel-economisch strafrecht is het relatief stil op het gebied van slachtofferrechten. In deze bijdrage bespreken we hoe dat komt. We verwerpen allereerst de idee dat het financieel-economisch strafrecht vooral ‘slachtofferloze delicten’ omvat. We tonen juist aan dat slachtofferschap een zwaardere en meer diverse impact heeft dan vaak gedacht wordt. Sterker nog, deze delicten hebben grote (maatschappelijke) schade die in verschillende vormen voelbaar is voor potentieel grote groepen mensen. Het claimen van de status ‘slachtoffer’ is echter geen sinecure. Veel delicten worden buiten het strafrecht afgedaan of worden niet als volledig slachtofferwaardig gezien

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vordering benadeelde partij: moet bij vaststelling van hoogte van de geleden materiële schade rekening houden worden met bedrag dat uit “crowdfunding” is verkregen?

Hoge Raad 17 oktober 2023, ECLI:NL:HR:2023:1464

In zijn arrest heeft het hof geoordeeld dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van de Verdachte materiële schade heeft geleden tot een bedrag van €21.828,32. Het hof heeft geoordeeld dat het niet redelijk is om bij de vaststelling van de door de Verdachte te vergoeden schade rekening te houden met het bedrag van €18.126, dat de benadeelde partij heeft ontvangen in de vorm van giften van derden ter bestrijding van de kosten die zij heeft moeten maken als gevolg van het bewezenverklaarde. Dat oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verduistering van fitnessapparaten: Niet-ontvankelijkheid vordering benadeelde partij als rechtsopvolger onder bijzondere titel vanwege de aard

Rechtbank Gelderland 10 maart 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:1221

De Verdachte heeft een groot aantal fitnessapparaten verduisterd, door die weg te halen uit het door hem gehuurde bedrijfspand. Op een berekenende wijze heeft Verdachte voor een groot bedrag schade aan derden veroorzaakt. Merk heeft haar schadebedrag begroot op ruim €250.000. De vraag dient zich aan of de door financieringspartner aan merk in rekening gebrachte kosten in voldoende causaal verband staan met het bewezenverklaarde handelen van Verdachte om te worden aangemerkt als ‘rechtstreekse’ schade van merk. Een tweede rechtspunt is dat merk geldt als rechtsopvolger onder bijzondere titel en daarmee niet behoort tot de kring van voegingsgerechtigden genoemd in artikel 51f, eerste en tweede lid, Sv. Bovendien is de omvang van de schade niet eenvoudig vast te stellen. Gelet op de complexiteit en de omvang van de vordering, is de rechtbank van oordeel dat nader onderzoek op die hiervoor genoemde punten nodig is wat een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De rechtbank zal de benadeelde daarom niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. Zij kan de vordering slechts aanbrengen bij de civiele rechter.

Read More
Print Friendly and PDF ^