Dagvaarding (gedeeltelijk) nietig i.v.m. ontbreken van de omschrijving van de feitelijke oplichtingshandelingen in TLL

Rechtbank Den Haag 24 januari 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:768

In het onder 1 ten laste gelegde is opgenomen dat verzekeraar naam is bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van €590.050. De tenlastelegging vermeldt evenwel slechts de delictsomschrijving, waarin termen voorkomen die niet voldoende feitelijk zijn en die dus – conform de eis van artikel 261 lid 2 – dienen te worden verfeitelijkt. Dit is niet gebeurd. Het gevolg daarvan is dat de rechtbank van oordeel is dat de dagvaarding voor wat betreft dit gedeelte niet aan de eisen van de wet voldoet.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Banken mogen persoonsgegevens fraudeurs niet automatisch 8 jaar in waarschuwingsregister opnemen

Maakt een consument zich schuldig aan fraude of opzettelijke misleiding, dan mag de bank de persoonsgegevens van deze consument registreren in waarschuwingsregisters. Over de duur van deze registraties lopen de meningen uiteen. De Commissie van Beroep van Kifid oordeelt in een uitspraak dat de bank bij registratie van persoonsgegevens niet standaard mag uitgaan van acht jaar. Bij een registratie in waarschuwingsregisters moet de bank steeds een op het concrete geval toegesneden belangenafweging maken. Daarbij moeten onder meer het belang bij registratie en de mogelijk negatieve gevolgen hiervan voor de consument worden betrokken. De uitkomst kan zijn dat een registratie van acht jaar proportioneel is, maar ook dat de registratieduur korter moet zijn.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Het Zwolsman-arrest: Een strafvorderlijke klassieker en een spiegel voor het heden

De betekenis van het Zwolsman-arrest voor het strafprocesrecht is nauwelijks te overschatten. Hoewel het arrest en de daaruit voortkomende rechtsregels iedere strafrechtjurist wel bekend zullen zijn, zijn het arrest en de onderliggende strafzaak ook om een andere reden dan de betekenis ervan voor de strafvorderlijke rechtsvorming belangwekkend. De strafzaak tegen Zwolsman markeert een belangrijk kantelpunt in de omgang door de strafvorderlijke overheid met georganiseerde criminaliteit. In de verharding die daarbij optrad, raakten politie, politici en zelfs de media betrokken. De Nederlandse strafrechtspleging verloor hiermee in zekere zin haar onschuld, nu hiermee een tot op de dag van vandaag voortdurende periode werd ingeluid waarin de strafvorderlijke overheid en de georganiseerde criminaliteit een zich ogenschijnlijk almaar verhardende strijd met elkaar voeren.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Faillissementsfraude: veroordeling voor schending administratieplicht, rekening wordt gehouden met huidige strafmaximum

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 23 oktober 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:3605

De administratie van een gefailleerde rechtspersoon is eigenlijk dé kenbron om de rechten en plichten daarvan in brede zin te kennen. De curator is afhankelijk van een deugdelijke administratie om te kunnen reconstrueren wat er is gebeurd, vast te stellen welke oorzaken er zijn geweest voor het faillissement, welke crediteuren er zijn, en welke middelen tot de boedel behoren om over de crediteuren te kunnen verdelen. Bovendien dient deze administratie ook als basis voor onderzoek naar eventuele paulianeuze handelingen, vorderingen op grond van onrechtmatige daad ex artikel 162 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, en het mogelijk aansprakelijk stellen van bestuurders.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: De rechter als constructiebestrijder?

Het WFR Fiscaal Café van dit jaar was gewijd aan de rol van de belastingrechter bij de bestrijding van belastingontwijking. De keuze voor dit thema is ongetwijfeld mede ingegeven door het feit dat belastingontwijking zich het afgelopen decennium heeft mogen verheugen in bijzondere maatschappelijke, politieke en juridische aandacht. In deze discussies is gaandeweg de opvatting dominant geworden dat de vormen van belastingbesparing die bekend zijn komen te staan als base erosion and profit shifting (BEPS) niet langer aanvaardbaar zijn. Wanneer men zich vervolgens afvraagt hoe het komt dat BEPS in het verleden nooit is aangepakt en bediscussieerd of en hoe deze en andere vormen van belastingontwijking zouden moeten worden tegengegaan, ligt het voor de hand om in dat verband ook de rol van de rechter onder de loep te nemen. De bestrijding van belastingontwijking is van oudsher immers in belangrijke mate een kwestie van rechtersrecht: het komt vaak aan op de uitleg van de relevante wetsbepalingen door de rechter en de toepassing van het door de rechter ontwikkelde leerstuk fraus legis. Wie vindt dat belastingontwijking onvoldoende wordt bestreden, zou dat mede aan het optreden van de belastingrechter kunnen wijten. Dat roept allereerst de vraag op of de rechter – en meer in het bijzonder: de Hoge Raad – in werkelijkheid eigenlijk een actieve rol speelt bij de bestrijding van belastingontwijking. In het verlengde daarvan kan men zich afvragen in hoeverre een actieve rol voor de belastingrechter wenselijk is.

Read More
Print Friendly and PDF ^