Corruption Perceptions Index 2023: Nederland boekt nieuw diepterecord

De daling van Nederland in de jaarlijkse Corruption Perceptions Index (CPI) van Transparency International zet verder door. De door Transparency geraadpleegde experts wijzen onder andere op de ondermijning van instituties van de rechtsstaat door de georganiseerde criminaliteit, waarbij rechters, officieren van justitie en advocaten maar ook journalisten en bestuurders zich steeds vaker geïntimideerd weten. Daardoor loopt Nederland het risico dat de instituties die ons land moeten beschermen tegen corruptie en willekeur op termijn worden verzwakt. Tegelijkertijd is er geen substantiële verbetering te zien in de verwevenheid van politiek en het lobbybedrijf, traditioneel een zwak punt voor Nederland.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Algemene fraudepreventie vanwege een bijzondere bancaire zorgplicht?

Een bank heeft een bijzondere zorgplicht tegenover derden bij fraude. Volgens de Hoge Raad is een bank aansprakelijk tegenover door fraude gedupeerde derden als zij wist van ongebruikelijke activiteiten op een bankrekening en daaraan verbonden gevaar voor derden en desondanks nalaat te handelen. Slachtoffers van fraude stellen zich in de praktijk regelmatig op het standpunt dat deze bijzondere bancaire zorgplicht verder reikt dan gevallen waarin de bank wist van het gevaar. In twee recente zaken is overwogen dat een bank als onderdeel van haar 'bijzondere' zorgplicht (voorzorgs-)maatregelen moet treffen om fraude te voorkomen of haar monitoringsystemen zo moet afstellen dat deze fraude eerder opspoort. In dit artikel betogen wij dat de grondslag en rechtvaardiging voor een veralgemenisering van de bijzondere zorgplicht ontbreekt, en dat de bijzondere zorgplicht tegenover derden beperkt is tot bijzondere gevallen waarin een bank daadwerkelijk wetenschap heeft van fraudegevaar.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Ontnemingsschikkingen en procesafspraken in groot witwasonderzoek

Het Openbaar Ministerie is met vier leden van een familie gevangenisstraffen tot zes jaar en schikkingen tot bijna vijf miljoen euro overeengekomen. De vier personen worden onder meer verdacht van gewoontewitwassen en bankieren zonder vergunning. De hoofdverdachte en leider van de organisatie, een 54-jarige man heeft ingestemd met de hoogste ontnemingsschikking van 4,9 miljoen en een gevangenisstraf van zes jaar. Het OM heeft beslag gelegd op zijn vermogen dat het grootste bleek. Zonder de procesafspraken zouden de eisen ongeveer een 1/3 hoger hebben gelegen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Dagvaarding (gedeeltelijk) nietig i.v.m. ontbreken van de omschrijving van de feitelijke oplichtingshandelingen in TLL

Rechtbank Den Haag 24 januari 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:768

In het onder 1 ten laste gelegde is opgenomen dat verzekeraar naam is bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van €590.050. De tenlastelegging vermeldt evenwel slechts de delictsomschrijving, waarin termen voorkomen die niet voldoende feitelijk zijn en die dus – conform de eis van artikel 261 lid 2 – dienen te worden verfeitelijkt. Dit is niet gebeurd. Het gevolg daarvan is dat de rechtbank van oordeel is dat de dagvaarding voor wat betreft dit gedeelte niet aan de eisen van de wet voldoet.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen m.b.t. samenloopvragen

Hoge Raad 16 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:11

Bij de beoordeling moet worden vooropgesteld dat samenloopvragen mede worden bepaald door de in het concrete geval toepasselijke strafbepaling(en). Als bijvoorbeeld een strafbepaling betrekking heeft op een meervoud van voorwerpen of gedragingen, rijst bij bewezenverklaring van het – gelijktijdig en op dezelfde plaats – handelen in strijd met die bepaling in beginsel geen samenloopvraagstuk omdat dan sprake is van een uit de delictsomschrijving voortvloeiende enkelvoudige kwalificatie. Daar staat tegenover dat in het bijzonder bij gevolgdelicten het uitgangspunt is dat elk gevolg – ook als de verschillende gevolgen uit hetzelfde feit of feitencomplex voortvloeien – een zelfstandige vervulling van de delictsomschrijving oplevert en dat daarom in beginsel van eendaadse samenloop of van een voortgezette handeling geen sprake is, zoals bij een verkeersongeval in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 met meerdere slachtoffers.

Read More
Print Friendly and PDF ^