Dagvaarding (gedeeltelijk) nietig i.v.m. ontbreken van de omschrijving van de feitelijke oplichtingshandelingen in TLL

Rechtbank Den Haag 24 januari 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:768

In het onder 1 ten laste gelegde is opgenomen dat verzekeraar naam is bewogen tot afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van €590.050. De tenlastelegging vermeldt evenwel slechts de delictsomschrijving, waarin termen voorkomen die niet voldoende feitelijk zijn en die dus – conform de eis van artikel 261 lid 2 – dienen te worden verfeitelijkt. Dit is niet gebeurd. Het gevolg daarvan is dat de rechtbank van oordeel is dat de dagvaarding voor wat betreft dit gedeelte niet aan de eisen van de wet voldoet.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Duurzaamheidstransparantie via de financiële sector

De mensheid staat misschien wel voor de grootste uitdaging ooit: hoe zorgen we ervoor dat planeet aarde leefbaar blijft en integreren we duurzaamheid tot in de haarvaten van ons leven? Bepaald geen geringe opgave, maar de financiële sector gaat ons een handje helpen. En nieuwe Europese regelgeving gaat dit faciliteren, zo is althans de gedachte. Op dit moment wordt de Europese financiële sector bedolven onder een ware stortvloed aan duurzaamheidsregels. Deze nieuwe regels houden de sector – met inbegrip van de financiële toezichthouders zélf – zeer indringend bezig.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Parlementaire ondervragingscommissie ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen: Voorzitter stichting veroordeeld voor valsheid en meineed

Rechtbank Midden-Nederland 22 december 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:6970

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte en meineed. De feiten hebben zich afgespeeld binnen het onderzoek van de POCOB naar onder meer Stichting 1, de Stichting waar Verdachte voorzitter van is. De POCOB, een parlementaire ondervragingscommissie, heeft in het kader van haar opdracht om onderzoek te doen naar de ongewenste beïnvloeding van onvrije landen op religieuze en maatschappelijke organisaties, Stichting 1 opgedragen medewerking te verlenen aan het verstrekken van schriftelijke inlichtingen en documenten. Stichting 1 heeft aan dit verzoek voldaan door een brief, opgesteld door verdachte, te sturen aan de POCOB. Deze brief bevatte valse onderdelen: Verdachte heeft voorgewend dat de Stichting bepaalde stukken niet had terwijl zij in werkelijkheid daarover wel beschikte. Verdachte heeft met de valse informatieverstrekking in dat opzicht bewust de POCOB misleid. Verdachte heeft ten overstaan van diezelfde parlementaire ondervragingscommissie, de POCOB, meineed gepleegd. Er is geen sprake van een vermoeden van witwassen: de aangedragen feiten en omstandigheden zijn niet van dien aard dat het niet anders kan zijn dan dat de (contante) geldbedragen uit enig misdrijf afkomstig zijn.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: De bewijsmaatstaven in het handhavingsrecht

In het bestuursrechtelijke handhavingsrecht kennen wij formeel geen bewijsrecht, maar het is er in de praktijk wel. Een belangrijk onderdeel van dit bewijsrecht zijn de twee verschillende bewijsmaatstaven. Ten eerste de bewijsmaatstaf bij bestraffende sancties. Deze maatstaf houdt in dat de overheid de overtreding moet bewijzen. Dat wil zeggen, het moet buiten redelijke twijfel komen vast te staan dat er een overtreding is. Dat betekent dat ‘[i]ngeval van twijfel’ aan de betrokkene ‘het voordeel van de twijfel [dient] te worden gegund’. Ten tweede de bewijsmaatstaf bij herstellende sancties. Die maatstaf houdt in dat de overheid een feit ‘aannemelijk’ moet maken. Wat deze tweede maatstaf inhoudt, is wat onduidelijk. In deze notenkraker sta ik stil bij een ogenschijnlijk weinig interessante uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant4 die wel treffend het verschil tussen de bewijsmaatstaven illustreert en een haakje geeft om eens langer stil te staan bij wat wij nu onder ‘aannemelijk maken’ moeten verstaan.

Read More
Print Friendly and PDF ^

De misplaatste miljoenenboete

Op 30 januari 2024 legde de rechtbank Oost-Brabant een miljoenenboete op aan een Limburgs chemiebedrijf. Op de website van de rechtbank verscheen een persbericht waarin het bedrijf met naam wordt genoemd. Een persrechter legde voor de camera nog even uit hoe “passend” deze boete wel niet was. De bijkomende straf van openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak was weliswaar niet opgelegd, maar zij werd zodoende al wel ten uitvoer gelegd. 

Read More
Print Friendly and PDF ^