De dreigende werking van klimaataansprakelijkheid van financiële instellingen

Klimaatverandering brengt ook voor financiële instellingen aansprakelijkheidsrisico’s met zich. Wanneer financiële instellingen in hun bedrijfsvoering rekenschap willen geven van die risico’s kunnen zij in een spagaat belanden. Enerzijds kunnen zij, om de aansprakelijkheidsrisico’s te verkleinen, bepaalde zakelijke relaties preventief weren en/of (lang)lopende relaties voortijdig stopzetten. Anderzijds kan die praktijk als zodanig, zo leren ervaringen in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, ook juridische implicaties hebben. Duidelijke wettelijke regels over de verplichtingen van financiële instellingen in het tegengaan van klimaatverandering zijn daarom meer dan welkom. Idealiter komt die duidelijkheid van de  (Europese) wetgever. Aannemelijker is het dat de civiele rechter die sturing van geval tot geval op basis van open normen zal moeten geven en het dus nog wel een tijdje duurt voordat we die duidelijkheid hebben.

De verplichtingen van financiële instellingen in het tegengaan van klimaatverandering en het faciliteren van de transitie naar een circulaire en klimaatneutrale economie staan in de schijnwerpers. Allereerst is er een veelvoud aan generieke (soft law) regels die bedrijven (waaronder dus financiële instellingen) verplichten te voorkomen dat hun activiteiten tot mensenrechtenschendingen leiden. Het wordt, mede vanwege Urgenda en de Shell-uitspraak, steeds meer gemeengoed dat bij de huidige stand van zaken het niet optreden tegen de gevolgen van klimaatverandering een mensenrechtenschending kan betekenen. Bovendien heeft de Shell-uitspraak laten zien dat het allerminst ondenkbaar is dat bedrijven civielrechtelijk aan een verplichting tot het beschermen van mensenrechten kunnen worden gehouden. Daarnaast zijn er vele Europese en nationale regels, zowel soft law als dwingendrechtelijke regels, die specifiek de verantwoordelijkheid van financiële instellingen om duurzame investeringen te faciliteren en niet-duurzame te ontmoedigen, vastleggen. Deze regelgeving, waarvan in het bijzonder de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) en de Taxonomieverordening van belang zijn, bevat met name rapportage-, controle- en transparantieverplichtingen. En de laatste ontwikkeling is een richtlijnvoorstel van de Europese Commissie on corporate sustainability and due dilligence.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^