Fraudemonitor van het Openbaar Ministerie 2019-2020
/Op 8 oktober heeft de minister van Justitie en Veiligheid, Grapperhaus, de door het Openbaar Ministerie opgestelde Fraudemonitor over de jaren 2019 en 2020 aan de Tweede Kamer aangeboden. In de Fraudemonitor is door middel van cijfers en tevens geïllustreerd met concrete zaken een beeld gegeven van de strafrechtelijke prestaties in de bestrijding van fraude, waarbij de overheid of burgers en bedrijven slachtoffer werden. Daarbij wordt ook de in- en uitstroom van zaken in voornoemde jaren toegelicht, inclusief de afdoeningsvormen door het OM of de rechter, alsook het type zaken. Het betreft de vierde editie van de OM Fraudemonitor.
Cijfers
In 2019 zijn door de FIOD 515 processen-verbaal ingeleverd bij het OM.
In datzelfde jaar zijn door het OM 901 parketnummers uitgegeven, wat wil zeggen als verdachten geregistreerd.
De verhouding natuurlijke en rechtspersonen ligt voor de zaken van het FP op ongeveer 50:50. Voor de arrondissementsparketten geldt dat het overwegend gaat om natuurlijke personen.
In 2020 zijn er door de FIOD 588 processen-verbaal bij het OM ingeleverd. In datzelfde jaar zijn door het OM 793 parketnummers uitgegeven, wat wil zeggen als verdachten geregistreerd.
Nieuwe fraudevormen
Het jaar 2020 is uitzonderlijk te noemen vanwege de coronacrisis. Dit heeft ook impact gehad op de gevraagde inzet van het OM en de voortgang van opsporingsonderzoeken en strafzittingen. Zo heeft het OM zich met andere opsporingsdiensten en de politie ingezet om nieuwe fraudevormen op te sporen, zoals fraude met mondkapjes, corona(snel)testen en testcertificaten. De coronacrisis heeft ook geleid tot een forse toename van gedigitaliseerde vormen van fraude, zoals vriend-in-noodfraude, spoofing en nepwebshops. Het OM heeft de aanpak van fraude met betaalproducten (spoofing, phishing etc.) in 2019 en 2020 ruim weten te verdubbelen. Identiteitsfraude, met name online misbruik van persoonsgegevens en ‘vriend-in-nood-fraude’, nam toe met 50 procent. Strafzaken in online handelsfraude stegen in twee jaar met ruim 20 procent.
Vanwege de vlucht die digitale vormen van horizontale fraude heeft genomen, heeft de minister het OM verzocht om daar ook in 2022 de nodige inzet op te plegen. Hierbij geldt wel als kanttekening dat effectieve fraudebestrijding begint met het voorkomen ervan. Om deze reden is toegezegd om tezamen met de Nederlandse Vereniging van Banken, de Betaalvereniging Nederland en de Vereniging van telecomaanbieders (COIN), ter aanvulling van het al reeds ingezette beleid op online fraude, samen te werken in gerichte acties en de integrale aanpak effectief vorm te geven.
Verticale fraude
In elke Fraudemonitor wordt ook aandacht besteed aan de bestrijding van verticale fraude. Dit is fraude waarbij de overheid schade wordt toegebracht, bijvoorbeeld door misbruik van regelingen. Voor de bestrijding van verticale fraude zijn de betreffende vakministers primair verantwoordelijk. Voor alle toezichthouders geldt dat zij steeds meer risico gestuurd toezicht houden. Het OM werkt samen met de FIOD, Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en Inspectie Leefomgeving en Transport om verticale fraude effectief aan te pakken.
De coronacrisis heeft ook impact gehad op de in- en uitstroom van verticale fraudezaken. De instroom in 2020 was hierdoor minder in vergelijking met 2019. Er zijn minder zaken door de rechter afgedaan, omdat een beperkter aantal strafzittingen plaatsvond.
Vervolg
Het OM zal ook de komende periode de strafrechtelijke resultaten op het terrein van de fraudebestrijding monitoren. Dit draagt bij aan het inzichtelijk maken waarop het strafrecht is ingezet en welke ontwikkelingen er zijn die van belang zijn voor de fraudebestrijding.