Veroordeling feitelijk leidinggever voor het nemen van onvoldoende maatregelen om zware ongevallen te voorkomen

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 28 juli 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:7136

Verdachte heeft zich als feitelijke leidinggever schuldig gemaakt aan opzettelijke overtreding van artikel 6, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet en artikel 8.40, eerste lid, van de Wet milieubeheer door bedrijf 1. Kort gezegd heeft bedrijf 1, een bedrijf waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt, duidelijk onvoldoende maatregelen genomen om zware ongevallen te voorkomen.

Als directeur van dit bedrijf heeft verdachte hier feitelijke leiding aan gegeven. De Inspectie SZW heeft op verschillende momenten overtredingen bij bedrijf 1 geconstateerd van het BRZO 1999. Zo is, naar aanleiding van een zwaar ongeval in een adductreactor op 12 december 2013, gebleken dat het gevaar van explosieve ontleding van ethyleenoxide in die installatie door bedrijf 1 niet was onderkend in een veiligheidsstudie. Daarnaast had bedrijf 1 van het overgrote deel van de bij haar aanwezige installaties geen veiligheidsstudie uitgevoerd. Ondanks dat verdachte er als directeur van bedrijf 1 van op de hoogte was dat bedrijf 1 niet voldeed aan alle verplichtingen waar zij op grond van de regelgeving aan moest voldoen, heeft hij de inrichting in werking gehouden, met alle mogelijke gevolgen van dien. Door dit handelen zijn grote risico’s ontstaan voor de werknemers van bedrijf 1 en voor het milieu. In dit verband wijst het hof in het bijzonder op de omstandigheid dat verdachte er voor heeft gekozen om de aanbeveling van bedrijf 2 om veiliger te kunnen werken in de adductreactoren met ethyleenoxide in eerste instantie niet heeft willen overnemen. Verdachte is dus ernstig tekortgeschoten in de (mede) op hem als directeur van bedrijf 1 rustende zorgplicht ter bescherming van de gezondheid en het welzijn van zijn werknemers en het milieu.

Bewezenverklaring

  • Feit 1: overtreding van een voorschrift vastgesteld bij of krachtens artikel 6, eerste lid, eerste volzin, van de Arbeidsomstandighedenwet, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, terwijl hij daaraan feitelijke leiding heeft gegeven.

  • Feit 2: overtreding van een voorschrift vastgesteld krachtens artikel 8.40, eerste lid, van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd, terwijl hij daaraan feitelijke leiding heeft gegeven.

Strafoplegging

  • Taakstraf van 60 uur.

Lees hier de volledige uitspraak.

Samenhangende uitspraak:

De rechtspersoon wordt veroordeeld tot een geldboete van 180.000 euro waarvan 40.000 euro voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar (ECLI:NL:GHARL:2021:7135).

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^