Veroordeling van compliance officer in zaak biodieselfraude

Gerechtshof Amsterdam 11 april 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:909

De verdachte werkte als compliance officer bij BV1, een bedrijf dat zich bezig hield met de productie en in- en verkoop van biodiesel. In die functie heeft hij zich jarenlang schuldig gemaakt aan het samen met anderen opmaken van valse duurzaamheidsdocumenten en verkoopfacturen. Door het opnemen van de valse verkoopfacturen in de administratie van het bedrijf, door het versturen van valse documenten, alsmede door het tonen van een schaduwadministratie bij de audits, heeft hij structureel derden, waaronder de controlerende instanties, weten te misleiden. Hij was weliswaar uitvoerder van een manier van werken die binnen het bedrijf gangbaar was en die van bovenaf werd geïnstrueerd, maar hij werkte zelfstandig en heeft genoemde werkzaamheden optimaal georganiseerd. Hij was een onmisbare schakel in een crimineel samenwerkingsverband dat was gericht op het omkatten van niet duurzame biodiesel naar duurzaam geproduceerde, wel gecertificeerde biodiesel en het witwassen van het daarmee verworven vermogen.

Door zijn jarenlange en continue handelen is de controle op naleving door BV1 van de milieuwetgeving onmogelijk gemaakt, konden grote hoeveelheden niet duurzaam geproduceerde biodiesel voor een hogere prijs als gecertificeerde biodiesel worden verkocht, is de markt voor duurzame biodiesel ernstig verstoord en is de concurrentie vervalst ten opzichte van bedrijven die zich wel aan de regels hielden. De schade die aan het milieu werd toegebracht, heeft de verdachte er niet van weerhouden zijn strafbare werkzaamheden voort te zetten.

De omvang van de fraude is aanzienlijk; BV1 heeft een bedrag van ongeveer € 110 miljoen verdiend met de verkoop van omgekatte biodiesel.

Anders dan de raadsvrouw is het hof van oordeel dat deze feiten op zichzelf zonder meer een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigen.

In het voordeel van de verdachte houdt het hof rekening met de (vooral) zichzelf belastende verklaringen die hij vrijwel direct na zijn aanhouding heeft afgelegd. Hij heeft zodoende openheid van zaken gegeven en het strafrechtelijk onderzoek vergemakkelijkt. Hij heeft bovendien al eerder binnen het bedrijf de fraude aangekaart en zijn mededaders verzocht die praktijken te beëindigen. Voorts is van belang dat de verdachte financieel significant minder dan zijn mededaders heeft geprofiteerd van de fraude. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft hij berouw getoond en verklaard hoe hij op allerlei terreinen schoon schip heeft gemaakt.

Strafoplegging

De rechtbank heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 en 2 bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaren, en een taakstraf voor de duur van 240 uren.

Het hof veroordeelt verdachte tot:

  • Voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaar

  • Taakstraf van 220 uur

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^