Veroordeling voorhanden hebben van zeebaars: toepassing art. 9a vanwege ernst feit & zeer complexe regelgeving
/Gerechtshof Den Haag 19 maart 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:489
De verdachte heeft op 18 januari 2017 nabij de Margriethaven te Rotterdam twee zeebaars voorhanden gehad. Het navolgende is voor de beoordeling van deze zaak van belang:
Artikel 120 Uitvoeringsregeling zeevisserij, tweede lid luidt –voor zover hier van belang-:
“Het is verboden op zee, in het zeegebied, in de kustwateren, in de visserijzone of in de onmiddellijke nabijheid van die wateren meer dan het in artikel 10 van de verordening vangstmogelijkheden bedoelde aantal zeebaars (…) voorhanden te hebben.”
De hier bedoelde ‘verordening vangstmogelijkheden’ betreft volgens artikel 1, tweede lid van de Uitvoeringsregeling zeevisserij de: Verordening van de Raad van PM tot vaststelling, voor 2017, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Uniewateren en, voor Unievaartuigen, in bepaalde wateren buiten de EU van toepassing zijn. De verordening voor 2016 is de ook in de tenlastelegging genoemde Verordening 2016/72.
Verordening (EU) 2016/72 van de Raad van 22 januari 2016 bepaalt in artikel 10 Maatregelen inzake zeebaarsvisserijen –voor zover voor deze zaak van belang- dat:
“5. Van 1 januari tot en met 30 juni 2016 moet in het kader van de recreatievisserij in ICES-sectoren IVb, IVc, VIIa en van VIId tot en met VIIh gevangen zeebaars weer worden teruggezet, eventueel vanaf de kust. Het is gedurende die periode verboden om zeebaars die in die gebieden is gevangen, aan boord te hebben, over te laden, te verplaatsen of aan te landen.
6.In het kader van recreatievisserijen, inclusief vanaf de kust, mag elke visser niet meer dan één zeebaars per dag houden gedurende de volgende perioden en in de volgende gebieden:
a. a) van 1 juli tot en met 31 december 2016 in de ICES-sectoren IVb, IVc, VIIa en van VIId tot VIIh;
b) van 1 januari tot en met 31 december 2016 in de ICES-sectoren VIIj en VIIk.”
Nederlandse kustwateren vallen onder ICES-sector IVc.
Artikel 48bis van Verordening 2016/1252 geeft voor artikel 10, leden 1, 2 en 5 van de Verordening 2016/72 een overgangsbepaling. Deze bepaling komt er op neer dat deze leden van overeenkomstige toepassing zijn in 2017, totdat de verordening tot vaststelling van de vangstmogelijkheden voor 2017 in werking treedt. Ten tijde van het bewezen verklaarde was de verordening voor 2017 nog niet in werking getreden (vgl. art. 44 van de Verordening 2017/127). Dit betekent dat ten tijde van het bewezen verklaarde Verordening 2016/72 gold, met inachtneming van de overgangsbepaling vervat in artikel 48bis van Verordening 2016/1252. Het hof stelt vast dat niet voorzien is in een overgangsbepaling met betrekking tot artikel 10 lid 6 van Verordening 2016/72.
Dit betekent dat voor het toegestane aantal zeebaars artikel 10, vijfde lid bepalend is, waarin is neergelegd dat gevangen zeebaars moet worden teruggezet. Het hof leidt daaruit, mede gelet op artikel 120, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij, af dat op de tenlastegelegde datum een visser geen enkele zeebaars voorhanden mocht hebben.
Bewezenverklaring
Overtreding van een voorschrift gesteld, krachtens artikel 3a van de Visserijwet 1963
Strafoplegging
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een tweetal zeebaars terwijl dit niet mocht. Daarmee heeft hij de regels die zijn opgesteld ter bescherming van deze vis geschonden. Dit betekent dat in beginsel een straf of maatregel dient te volgen.
Het hof neemt evenwel ook in aanmerking de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, de ernst van het strafbare feit, als ook dat sprake is van zeer complexe regelgeving.
Het hof heeft verder acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 17 februari 2020 waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld, maar niet voor soortgelijke strafbare feiten.
Het hof acht het - alles afwegende – raadzaam te bepalen dat met toepassing van artikel 9a Sr, aan de verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Lees hier de volledige uitspraak.