Artikel: The relations between the European Public Prosecutor’s Office and the Member States that do not participate in the enhanced cooperation

The first of June 2021 marked the start of the operational activities of the European Public Prosecutor’s Office (EPPO). Established by Regulation (EU) 2017/1939 (‘EPPO Regulation’), the EPPO is the European Union body competent to investigate, prosecute and bring to judgment the perpetrators of criminal offences affecting the Union’s financial interests. The EPPO was established by means of enhanced cooperation. At the time of writing, five Member States do not participate in the EPPO: Denmark, Ireland, Poland, Hungary and Sweden. The effective action against crimes affecting the Union budget requires however smooth cooperation between the EPPO and its counterparts not only in the Member States that participate in the enhanced cooperation, but also in the non-participating Member States. This contribution delves into such cooperation and the several issues it raises, first providing for some introductory remarks on the choice of some Member States not to join the enhanced cooperation on the EPPO. It then analyses the two main provisions of the EPPO Regulation concerning the EPPO’s relations with non-participating Member States, Article 99 and, most importantly, Article 105. Finally, this contribution shortly addresses the relevant role played by Eurojust in this context.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Commissie stelt de oprichting van een onafhankelijke instantie voor ethiek voor alle EU-instellingen voor

Met de oprichting van een onafhankelijke instantie voor ethiek komen er voor het eerst gemeenschappelijke normen voor ethisch gedrag van de leden van de EU-instellingen en een formeel mechanisme voor coördinatie en gedachtewisseling over ethische vereisten tussen de instellingen. Dankzij deze veranderingen worden EU-politici onderworpen aan gemeenschappelijke, duidelijke, transparante en begrijpelijke normen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Admissibility of Evidence in EPPO proceedings

The issue of cross-border admissibility of evidence is a recurring theme of European Criminal Justice, and continues to be perceived as a decisive obstacle hindering the effective prosecution and adjudication of crime. In spite of this, the EPPO Regulation does not include an extensive framework guaranteeing the cross-border admissibility of evidence. In this article, it is argued that this lacuna is far less worrisome than it seems: the boundaries set out by EU primary law, in particular Article 325(4) TFEU and the Charter of Fundamental Rights (CFR), as well as the opportunity of the ECJ to judge on these boundaries, allow for a sufficient convergence of national laws and practices on the (in-)admissibility of evidence.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Wet voorkoming misbruik chemicaliën & Reikwijdte meldplicht

Hoge Raad 30 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:768

Dit betreft een OM-cassatie na vrijspraak wegens het niet voldoen aan de in art. 8 Verordening 273/2004 opgenomen plicht tot informatieverstrekking door geen melding te doen van het vervoeren/ontvangen/opslaan/voorhanden hebben van grote hoeveelheden drugsprecursoren (art. 2.a Wet voorkoming misbruik chemicaliën). Er waren prejudiciële vragen gesteld aan HvJEU. Het HvJEU heeft het begrip “marktdeelnemer” a.b.i. art. 2.d Verordening 273/2004 zo uitgelegd dat alleen personen die betrokken zijn bij het binnen legaal kader in de handel brengen van geregistreerde stoffen, kunnen worden beschouwd als “marktdeelnemer”. Een natuurlijke persoon of rechtspersoon die in kader van illegale activiteit is betrokken bij in handel brengen van in EU geregistreerde stoffen, is daarom geen “marktdeelnemer”. Dit brengt mee dat voor veroordeling wegens niet naleven van de meldplicht is vereist dat verdachte kan worden aangemerkt als “marktdeelnemer”. Dit te bewijzen bestanddeel kan niet worden bewezen verklaard als komt vast te staan dat verdachte in kader van illegale activiteit betrokken is bij in handel brengen van betreffende geregistreerde stoffen. Daarvan is in ieder geval sprake als verdachte m.b.t. geregistreerde stoffen gedragingen heeft verricht, die een in Opiumwet strafbaar gesteld feit opleveren.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Voorstel van de Commissie tot herziening van de richtlijn verontreiniging vanaf schepen

Het voorstel brengt de EU-richtlijn in overeenstemming met de internationale regelgeving en breidt het toepassingsgebied ervan uit tot een breder scala aan verontreinigende stoffen. Ook voorziet het voorstel in een versterkt rechtskader voor sancties en de toepassing ervan, zodat de nationale autoriteiten in geval van illegale lozing passende maatregelen kunnen nemen en sancties kunnen opleggen.

Read More
Print Friendly and PDF ^