Vrijspraak faillissementsfraude, uitleg bestuurdersbegrip
/Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 16 mei 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1552
Het hof stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde sprake dient te zijn van een bestuurder van de (inmiddels) gefailleerde rechtspersoon in de zin van artikel 343 Sr oud. Dit betreffen de formele en/of feitelijke bestuurders van de rechtspersoon. De indirecte formele bestuurder van de rechtspersoon is geen bestuurder in de zin van artikel 343 Sr. Deze dient volgens de jurisprudentie van de Hoge Raad via het feitelijk leidinggeven aan/opdrachtgeven tot het door de directe formele rechtspersoon-bestuurder gepleegde delict van artikel 343 Sr oud te worden vervolgd.
Read More