HR herhaalt overwegingen over motiveringsplicht t.a.v. gebruik voor het bewijs van een schriftelijk bescheid houdende de verklaring van een persoon wiens identiteit niet blijkt
/Hoge Raad 9 juni 2020, ECLI:NL:HR:2020:1007
Op grond van artikel 360 lid 1 en lid 4 van het Wetboek van Strafvordering behoort de rechter het gebruik voor het bewijs van een schriftelijk bescheid houdende de verklaring van een persoon wiens identiteit niet blijkt, als bedoeld in artikel 344a lid 3 Sv, op straffe van nietigheid nader te motiveren. Dit betekent dat de rechter zal moeten vermelden dat aan de eisen van artikel 344a lid 3 Sv is voldaan, en verder dat hij ervan blijk moet geven dat hij zelfstandig de betrouwbaarheid van de anonieme verklaring heeft onderzocht (vgl. HR 11 mei 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZD1460).
Read More