Post-Keskin: enkele reflecties op de nieuwe lijn van de Hoge Raad inzake de uitoefening van het ondervragingsrecht

Op 20 april 2021 heeft de Hoge Raad naar aanleiding van de uitspraak van het EHRM in de zaak Keskin zijn jurisprudentie ten aanzien van de eisen die aan verzoeken tot het horen van getuigen bijgesteld. Het arrest laat echter ook een aantal vragen onbeantwoord die vanuit het perspectief van verdragsconformiteit van belang zijn. Dit artikel behelst een nadere reflectie op de lijn van de Hoge Raad zoals uiteengezet in het post-Keskin arrest, waarin getracht wordt zaken op te helderen en in breder perspectief te plaatsen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verzoek tot horen van opsporingsambtenaren dient gemotiveerd te worden, ook als de inhoud van het verbaal belastend is voor de verdachte

Rechtbank Rotterdam 11 oktober 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:9906

De rechtbank volgt de verdediging niet zonder meer in de stelling dat de observanten op één lijn moeten worden gesteld met getuigen die een verklaring met een belastende strekking hebben afgelegd, zodat het belang bij het horen van deze getuige wordt voorondersteld, zoals volgt uit het arrest Keskin.

Read More
Print Friendly and PDF ^

De ene getuige is de andere niet

Getuigenverklaringen kunnen relevant zijn bij de vaststelling van eventuele vormverzuimen die in het voorbereidend onderzoek hebben plaatsgevonden en die met toepassing van artikel 359a Sv kunnen worden bestraft. In de onderstaande conclusie bevestigt de Advocaat-Generaal dat dergelijke 'rechtmatigheidsgetuigen' als een aparte categorie moeten worden gezien. Welke gevolgen heeft dit voor het doen van verzoeken tot het horen van deze getuigen en het voeren van 359a-verweren?

Read More
Print Friendly and PDF ^

AG schetst beoordelingskader horen getuigen in ontnemingszaken: in hoeverre is Keskin van betekenis?

Parket bij de Hoge Raad 12 oktober 2021, ECLI:NL:PHR:2021:955

Gelet op het specifieke karakter van de ontnemingsprocedure en de in dat verband geldende bewijslastverdeling, kan de ontnemingsrechter die voor de vraag wordt gesteld of door het niet horen van een door de verdediging verzochte getuige de betrokkene redelijkerwijs in zijn verdediging wordt geschaad (het zogeheten verdedigingscriterium), mede betrekken of het verzoek, in het licht van de door het Openbaar Ministerie aan zijn vordering ten grondslag gelegde financiële gegevens, voldoende is onderbouwd. De aan die onderbouwing te stellen eisen mogen afhankelijk worden gesteld van de mate waarin de rechter het standpunt van het Openbaar Ministerie voorshands aannemelijk acht.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR verduidelijkt rechtspraak gebruik getuigenverklaringen & eisen eerlijk proces

Hoge Raad 12 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1418

De Hoge Raad ziet mede in verband met de rechtspraak van het EHRM aanleiding deze als volgt te verduidelijken. Voor de beoordeling of wordt voldaan aan de eisen van een eerlijk proces, is het gewicht van de betreffende getuigenverklaring in de bewijsconstructie nog altijd een belangrijke beoordelingsfactor. Dat doet er echter niet aan af dat ook de aanwezigheid van een goede reden voor het niet kunnen ondervragen van de getuige en het bestaan van compenserende factoren in die beoordeling moeten worden betrokken, waarbij al deze beoordelingsfactoren in onderling verband dienen te worden beschouwd.

Read More
Print Friendly and PDF ^