HR: kan slachtoffer, bij het uitblijven van vervolging, d.m.v. de procedure van art. 51b Sv stukken krijgen voor de onderbouwing van een art. 12 Sv-klacht?

Hoge Raad 18 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2334

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt overwegingen m.b.t. de mogelijkheid om in geval van “gemeenschappelijk voordeel” hoofdelijke betalingsverplichting op te leggen

Hoge Raad 4 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2243

Read More
Print Friendly and PDF ^

Aanwezigheidsrecht & afwijzing aanhoudingsverzoek na schriftelijke verklaring waarin verdachte afstand doet van zijn recht die dag ter terechtzitting te verschijnen

Hoge Raad 11 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2294

Het Hof heeft vastgesteld dat een schriftelijke verklaring is binnengekomen waarin de verdachte afstand doet van zijn recht die dag ter terechtzitting te verschijnen. In de overwegingen van het Hof ligt voorts besloten dat naar zijn oordeel de door de raadsvrouwe geopperde mogelijkheid dat de verdachte de afstandsverklaring had getekend omdat hij zich niet goed genoeg voelde om de zitting bij te wonen, niet aannemelijk is. Gelet daarop getuigt het oordeel van het Hof dat de verdachte ondubbelzinnig afstand heeft gedaan van zijn aanwezigheidsrecht en het belang van het onderzoek niet de aanhouding van de behandeling van de zaak vordert, niet van een onjuiste rechtsopvatting. Het is ook niet onbegrijpelijk.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Is er nog sprake van het doen van een valse aangifte (art. 188 Sr) als die later is ingetrokken?

Hoge Raad 4 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2245

Het middel betoogt, mede onder verwijzing naar art. 161 Sv ("Ieder die kennis draagt van een begaan strafbaar feit is bevoegd daarvan aangifte (...) te doen"), dat "aangifte" in de zin van art. 188 Sr alleen kan worden gedaan door een persoon die kennis draagt van een begaan strafbaar feit, en dat daarom geen sprake is van "aangifte" in de zin van art. 188 Sr indien blijkt dat geen strafbaar feit is begaan.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen m.b.t. rechterlijke motiveringsplicht bij afwijzing getuigenverzoeken en de toetsing daarvan in cassatie

Hoge Raad 4 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2246

Of een verzoek tot het horen van getuigen naar behoren is onderbouwd alsook of het dient te worden toegewezen, zal de rechter in het licht van alle omstandigheden van het geval - en met inachtneming van het toepasselijke criterium - moeten beoordelen. De rechter dient, indien hij een verzoek afwijst, de feitelijke en/of juridische gronden waarop die afwijzing berust, in het proces-verbaal van de terechtzitting dan wel de uitspraak op te nemen. Die rechterlijke motiveringsplicht steunt mede op art. 6 EVRM.

Read More
Print Friendly and PDF ^