Ambtshalve verplichting tot horen van getuigen wier verklaringen voor bewijs zijn gebruikt?

Hoge Raad 14 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:5

De onderhavige zaak wordt - anders dan het geval was in HR 16 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1943 - niet gekenmerkt door de bijzonderheid dat de rechter in eerste aanleg heeft doen blijken dat hij een ten overstaan van een opsporingsambtenaar afgelegde, de verdachte belastende verklaring van een getuige niet betrouwbaar acht en daarom niet voor het bewijs gebruikt, en de rechter (mede) op die grond tot vrijspraak van het tenlastegelegde feit is gekomen, terwijl de rechter in hoger beroep die verklaring wel voor het bewijs gebruikt.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Advies AG: beslissing tot handhaving strafrechtelijk beslag in zaak tegen oprichter Stichting Loterijverlies kan in stand blijven

De beslissing van de rechtbank van januari 2019 om de beslagen te handhaven in de zaak tegen de oprichter van Stichting Loterijverlies en enkele aan hem gekoppelde BV’s kan in stand blijven. Dat adviseert advocaat-generaal Harteveld de Hoge Raad in zijn conclusie.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR: Professioneel verschoningsrecht voor humanistisch resp. boeddhistisch geestelijk verzorger verbonden aan PI

Hoge Raad 7 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:6

Het Hof heeft vastgesteld dat de getuigen ’getuige 1’ en ’getuige 2’ als humanistisch respectievelijk boeddhistisch geestelijk verzorger aan de penitentiaire inrichting PI Zuid West - De Dordtse Poorten zijn verbonden, overeenkomstig de weergegeven penitentiaire regelgeving. Voorts heeft het Hof geoordeeld dat deze getuigen zich, gelet op de aard en de inhoud van hun functie, als geestelijk verzorgers kunnen beroepen op het verschoningsrecht als bedoeld in art. 218 Sv.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR over vrijstellingsgrond uit art. 5.b Leerplichtwet

Hoge Raad 17 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1925

Het middel komt op tegen het oordeel van het Hof dat het door de verdachte gedane beroep op vrijstelling als bedoeld in art. 5, aanhef en onder b, Leerplichtwet 1969 gegrond is. Het voert daartoe aan dat het Hof ten onrechte, althans onvoldoende gemotiveerd, de bezwaren van de verdachte heeft aangemerkt als overwegende bedenkingen in de zin van die bepaling.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt: indien strafmotivering i.s.m. art. 359.6 Sv geen opgave bevat van redenen die i.h.b. hebben geleid tot keuze van opleggen van vrijheidsbenemende straf leidt dat verzuim tot nietigheid

Hoge Raad 17 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1979

Het middel behelst de klacht dat het Hof in strijd met art. 359, zesde lid, Sv heeft verzuimd in het arrest in het bijzonder de redenen op te geven die hebben geleid tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf.

Read More
Print Friendly and PDF ^