Zijn door de overheid feitelijk gedoogde verdiensten uit drugstransporten aan te merken als ‘afkomstig uit enig misdrijf’ (art. 420bis en 420quater Sr)?
/Hoge Raad 7 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:619
In feitelijke aanleg concentreerde het onderzoek zich op de vraag of en zo ja welke afspraken zijn gemaakt over de verdiensten die de verdachte aan zijn betrokkenheid bij softdrugstransporten overhield. In cassatie is de centrale vraag is of deze verdiensten kunnen worden aangemerkt als inkomsten die uit misdrijf afkomstig zijn als bedoeld in art. 420bis Sr. Het hof heeft die vraag ontkennend beantwoord. Het cassatiemiddel komt tegen dat oordeel op.
Read More