Cassatie in het belang van de wet: Uitleg begrip ‘kosten van een raadsman’ (art. 530 lid 2 Sv)

Hoge Raad 7 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:344

Aan het begrip ‘raadsman’ in artikel 530 lid 2 Sv komt geen andere betekenis toe dan dat begrip heeft in artikel 37 Sv. Onder de in artikel 530 lid 2 Sv bedoelde kosten van een raadsman kunnen daarom alleen worden begrepen de kosten die zijn gemaakt door een advocaat die is ingeschreven op het tableau van de Nederlandse orde van advocaten, of die overeenkomstig artikel 37 lid 2 Sv als raadsman is toegelaten. Deze regeling hangt ermee samen dat in strafzaken de verlening van rechtsbijstand plaatsvindt door een advocaat (vgl. artikel 28 Sv), waarbij die rechtsbijstandverlening is omgeven met waarborgen die er in het bijzonder in bestaan dat een advocaat is gebonden aan de wet- en regelgeving die op het optreden als advocaat van toepassing zijn en is onderworpen aan het tuchtrecht.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR over beslag & vatbaarheid bankrekening van klaagster voor verhaal van aan vennoot op te leggen geldboete of ontnemingsmaatregel

Hoge Raad 7 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:73

Het kennelijke oordeel van de rechtbank dat (het saldo van) de op naam van de klaagster gestelde bankrekening zonder meer vatbaar is voor verhaal van een aan betrokkene 1 op te leggen geldboete of ontnemingsmaatregel, is niet toereikend gemotiveerd, nu de rechtbank niet nader is ingegaan op de stelling van de klaagster dat (het saldo van) de bankrekening waarop het beslag is gelegd, verband houdt met het bedrijf van de klaagster als vennootschap onder firma.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Zijn inkomsten uit verzorgen van onjuiste aangiften IB voor anderen wederrechtelijk verkregen voordeel, nu cliënten betrokkene betaalden ongeacht of aangifte juist of onjuist was opgemaakt?

Hoge Raad 7 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:123

Het oordeel van het hof komt erop neer dat - hoewel de betrokkene zich heeft schuldig gemaakt aan het meermalen valselijk opmaken van aangiften inkomstenbelasting van zijn cliënten door in die aangiften onterechte en/of te hoge aftrekposten op te voeren - de betrokkene geen wederrechtelijk voordeel heeft verkregen uit die strafbare feiten omdat de gemiddelde vergoeding van € 60 die aan zijn cliënten in rekening werd gebracht, door de cliënten werd betaald ongeacht of de betreffende aangifte juist of onjuist was opgemaakt. Dit oordeel is niet onbegrijpelijk.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Heeft OM gehandeld in strijd met Protocol AAFD en Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst (BBBB) door verdachte te vervolgen?

Hoge Raad 21 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:237

HR gaat in op Protocol AAFD en BBBB. Protocol AAFD regelt afstemming tussen Belastingdienst en OM in gevallen waarin zowel oplegging van bestuurlijke boete als strafrechtelijke afdoening openstaat. BBBB is besluit van staatssecretaris van Financiën, waarin beleid van Belastingdienst is neergelegd voor opleggen van bestuurlijke boeten bij heffing van rijksbelastingen. Hof heeft geoordeeld dat OM niet in strijd met Protocol AAFD en BBBB heeft gehandeld en dat daarom het mede op vertrouwensbeginsel gestoelde verweer dat strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van OM in vervolging van verdachte moet worden verworpen. Hieraan heeft hof ten grondslag gelegd dat tlgd. feit voldoet aan criteria voor aanmelding voor mogelijke strafrechtelijke afhandeling a.b.i. Protcol AAFD. Daarbij heeft hof betrokken dat de zaak zich leent voor strafrechtelijke afdoening onder ‘thematische aanpak’ a.b.i. Protocol AAFD. Daarnaast heeft hof overwogen dat par. 15.6 BBBB niet aan ontvankelijkheid OM in de weg staat, omdat die par. betrekking heeft op het melden door Belastingdienst-ambtenaar van vermoeden van strafbaar feit bij boete-fraudecoördinator en het dus gaat om meldingen binnen Belastingdienst, waarmee geen afbreuk wordt gedaan aan of nadere beperkingen worden aangebracht in wijze waarop, overeenkomstig Protocol AAFD, afstemming tussen Belastingdienst en OM plaatsvindt in gevallen waarin zowel oplegging van bestuurlijke boete als strafrechtelijke afdoening openstaat. Mede gelet op wat is overwogen over regelingen in Protocol AAFD en BBBB geeft dit oordeel niet blijk van onjuiste rechtsopvatting en is het niet onbegrijpelijk.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Wanneer is het aannemelijk dat een getuige niet binnen een aanvaardbare termijn kan worden gehoord (art. 288 lid 1 sub a Sv)?

Hoge Raad 24 januari 2023, ECLI:NL:HR:2023:8

Het hof heeft het voorwaardelijk verzoek tot het horen van Betrokkene 1 als getuige afgewezen. Aan die afwijzing heeft het hof kennelijk ten grondslag gelegd dat het onaannemelijk is dat de getuige binnen een aanvaardbare termijn kan worden gehoord, omdat in eerste aanleg is geprobeerd om Betrokkene 1 als getuige te horen, maar dit niet is gelukt omdat hij - zoals volgt uit het proces-verbaal van de rechter-commissaris - onvindbaar is gebleken. Die afwijzende beslissing is niet zonder meer begrijpelijk, omdat niet blijkt dat het hof heeft onderzocht of de getuige in hoger beroep, bijna viereneenhalf jaar na het oproepen en dagvaarden van Betrokkene 1 om te worden gehoord als getuige door de rechter-commissaris, wel binnen een afzienbare termijn kan worden gehoord.

Read More
Print Friendly and PDF ^