Parket bij de Hoge Raad 17 maart 2020, ECLI:NL:PHR:2020:255
In de aan de onderhavige ontnemingszaak ten grondslag liggende strafzaak heeft de AG geconcludeerd dat de officier van justitie alsnog niet-ontvankelijk in de vervolging dient te worden verklaard omdat het recht tot strafvordering ten aanzien van de ten laste gelegde misdrijven is verjaard. De behandeling van de ontnemingsvordering is een sequeel van de vervolging in de hoofdzaak. De schriftuur bevat evenwel, anders dan in de hoofdzaak, geen klacht dat het recht tot strafvordering is komen te vervallen. De Hoge Raad grijpt niet ambtshalve in in gevallen waarin de verjaring reeds voor het indienen van de schriftuur is voltooid en de cassatieschriftuur in dit verband geen klacht bevat. In lijn met dit arrest en vanwege het ontbreken van een klacht, kan in het midden blijven of het verval van het recht tot strafvordering zich ook uitstrekt tot de onderhavige ontnemingsprocedure.
Read More