HR: Schade van banken is rechtstreekse schade, bij vergoeding aan klanten van door ransomware ontvreemd geld

Hoge Raad 7 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:322

Het hof heeft geoordeeld dat de benadeelde partijen Rabobank en ING hebben aangetoond dat zij tot de toegewezen geldbedragen schade hebben geleden, bestaande uit de vergoeding door die banken van de geldbedragen die zijn ontvreemd van hun rekeninghouders. Dat oordeel is, ook in het licht van wat de raadsman heeft aangevoerd, toereikend gemotiveerd. Daarbij neemt de Hoge Raad in aanmerking dat het hof heeft vastgesteld dat de geldbedragen zijn weggenomen doordat betaalopdrachten van rekeninghouders in de online bankieromgeving van de banken door malware werden gemanipuleerd en het bewezenverklaarde gewoontewitwassen met betrekking tot die geldbedragen is gepleegd (mede) om die geldbedragen buiten het bereik van de benadeelde partijen te brengen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Uitspraak Noordelijke Fraudekamer (een poging tot) oplichting van de Rabobank

De Noordelijke Fraudekamer van de rechtbank Noord-Nederland heeft een 52-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden voor het medeplegen van oplichting en het medeplegen van een poging tot oplichting van de Rabobank. Een 54-jarige man is veroordeeld voor het (schuld)witwassen van een deel van het door de Rabobank verstrekte krediet tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden en een taakstraf van 240 uren.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: De positie van het slachtoffer bij de OM-strafbeschikking

Wat is de positie is van het slachtoffer bij de oplegging van de OM-strafbeschikking? Over deze vraag is de afgelopen tijd veel te doen. De Nationale Ombudsman heeft binnen een half jaar twee brieven gestuurd naar de minister van Justitie en Veiligheid waarin hij stelt dat de positie van slachtoffers bij een vervolging door een OM-strafbeschikking onvoldoende is gewaarborgd. De brieven van de Ombudsman herhalen daarmee de standpunten van Slachtofferhulp Nederland en slachtofferadvocaten. In de media wordt het bericht herhaald dat te weinig rekening zou worden gehouden met de belangen van het slachtoffer bij de afdoening van een strafbaar feit met een OM-strafbeschikking. De minister heeft in reactie op de eerste brief van de Nationale Ombudsman geantwoord dat in het merendeel van de zaken wel aan de belangen van slachtoffers recht wordt gedaan. Dit heeft de kritiek niet weggenomen. In de meest recente brief van de Nationale Ombudsman wordt ook het artikel van Hommes en Kristen in Delikt en Delinkwent aangehaald waarin zij betogen dat het spreekrecht van het slachtoffer bij de oplegging van een OM-strafbeschikking onvoldoende wordt gewaarborgd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verduistering in dienstbetrekking, vordering benadeelde partij van curator van inmiddels failliete werkgever

Rechtbank Limburg 3 november 2022, ECLI:NL:RBLIM:2022:8577

De verdachte heeft jarenlang geld verduisterd dat ten goede had moeten komen aan de bouwonderneming waarvoor hij werkte. In totaal is benadeelde partij 1 voor een bedrag van €285.406,67 benadeeld. Uit het onderzoek ter terechtzitting volgt ook dat de onderneming gedurende het dienstverband van de verdachte wel in toenemende mate omzet maakte, maar de onderneming was, simpel gezegd, niet of nauwelijks winstgevend. De verdachte verrijkte zichzelf ondertussen ten koste van die onderneming. De verdachte meende recht te hebben op een aanvulling op zijn – ruim bovenmodale - salaris, dat naar eigen zeggen niet marktconform was. In een periode van zes jaar heeft hij zijn nettoloon bijna verdubbeld door misdrijven te plegen. Met dit extra geld heeft hij niet zijn (belasting)schulden afgelost, maar onder meer kleding en dure reizen betaald om te voorzien in zijn luxe levensstijl en – zoals hij zelf zegt – te ontsnappen aan de stress van zijn werk. Dat alles heeft de verdachte tegen beter weten in gedaan en dat verwijt de rechtbank hem, omdat het op geen enkele manier te vergoelijken valt.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Benadeelde partij niet-ontvankelijk omdat de vordering 3 jaar geleden is ingediend en niet duidelijk is geworden of deze nog actueel is

Rechtbank Midden-Nederland 14 oktober 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:4139

Aangever heeft namens Menzis Zorgverzekeraar N.V. reeds op 24 juli 2019 een verzoek tot schadevergoeding ingediend. De officier van justitie heeft ter terechtzitting kenbaar gemaakt dat hij recentelijk geen contact heeft kunnen krijgen met de benadeelde partij en derhalve geen duidelijkheid heeft kunnen krijgen over de status van de afhandeling van de schade. Nu er lange tijd verstreken is sinds het indienen van de vordering door de benadeelde partij en het onduidelijk is gebleven of de schade in de tussentijd reeds is afgehandeld, bijvoorbeeld via een civiele procedure, is de rechtbank van oordeel dat zij over onvoldoende informatie beschikt om (de hoogte) van de geleden schade te kunnen beoordelen. Voor een nadere onderbouwing van de vordering zou deze strafzaak moeten worden aangehouden en dat levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank verklaart de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk in de vordering. De vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.

Read More
Print Friendly and PDF ^