Rechtbank Rotterdam 30 januari 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:557
Het onder feit 4 ten laste gelegde verwijt betreft – kort weergegeven – overtreding van artikel 10.1 en/of 10.3 Telecommunicatiewet door te handelen in PGP-telefoons, terwijl niet is voldaan aan (administratieve) voorschriften uit toepasselijke Europese Richtlijnen. De Verdachte wordt primair verweten dat hij samen met anderen leiding heeft gegeven aan de overtredingen en subsidiair dat hij deze zelf samen met anderen heeft begaan. De rechtbank verklaart de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging van dit feit, maar komt tot vrijspraak ten aanzien van dit feit. Er volgt ook vrijspraak ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3 (witwasfeiten). Blijft staan een veroordeling voor het feitelijke leiding geven aan het opzettelijk voorhanden hebben en gebruik van een vals geschrift, gepleegd door een rechtspersoon, meermalen gepleegd, en het medeplegen van begunstiging, meermalen gepleegd (feiten 5 en 6).
Read More