Advies AG aan Hoge Raad: verschoningsrecht buitenlandse advocaten in dienstbetrekking werkzaam bij Shell mag niet afhankelijk worden gemaakt van naleving regelgeving van de NOvA
/Parket bij de Hoge Raad 25 januari 2022, ECLI:NL:PHR:2022:62
De beslissing van de rechtbank, dat buitenlandse advocaten die in dienstbetrekking werkzaam zijn bij Shell in Nederland en die niet beschikken over een door Shell ondertekend professioneel statuut, zoals bedoeld in art. 5.12 Verordening op de advocatuur, geen verschoningsgerechtigden zijn in de zin van art. 218 Sv, kan niet in stand blijven omdat de rechtbank daarmee een onjuist toetsingskader heeft gehanteerd. Dat adviseert advocaat-generaal Spronken de Hoge Raad in haar conclusie.
Achtergrond van de zaak
In het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar ambtelijke omkoping bij de aankoop van een olieveld in Nigeria, zijn op 17 en 18 februari 2016 op het hoofdkantoor van Shell in Den Haag documenten en digitale gegevensdragers in beslag genomen. Daaronder bevinden zich ook documenten die zijn verzonden of ontvangen door buitenlandse advocaten, in-house counsels, die in dienst zijn (geweest) bij Shell of bij een dochtermaatschappij van Shell. De in-house counsels hebben geen van alle de Nederlandse nationaliteit en hebben ook nooit als advocaat in Nederland ingeschreven gestaan. Shell en de in-house counsels hebben bezwaar gemaakt bij de rechtbank Rotterdam tegen de inbeslagneming van stukken en gegevens die onder het verschoningsrecht van de in-house counsels vallen.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank heeft hierop beslist dat de in-house counsels die in Nederland werkzaam zijn geweest voor Shell slechts verschoningsgerechtigd zijn indien zij en Shell een professioneel statuut hebben ondertekend zoals staat in art. 5.12 Verordening op de advocatuur. Daarin is opgenomen dat de onafhankelijke beroepsuitoefening door Shell wordt gerespecteerd. Wat betreft de in-house counsels die voor Shell in het buitenland werkzaam zijn geweest heeft de rechtbank het verschoningsrecht zonder het stellen van nadere voorwaarden erkend, behalve van een Zwitserse in-house counsel omdat in Zwitserland een advocaat in dienstbetrekking geen verschoningsrecht toekomt.
Het cassatieberoep
Tegen de beschikking van de rechtbank hebben Shell, de in-house counsels en het openbaar ministerie cassatieberoep ingesteld. Volgens Shell en de in-house counsels heeft de rechtbank het beroep op het verschoningsrecht ten onrechte afhankelijk gemaakt van het ondertekenen van het professioneel statuut of het land waar de in-house counsels werkzaam zijn (geweest). Het openbaar ministerie stelt zich op het standpunt dat ook aan de in-house counsels die in het buitenland voor Shell werkzaam zijn geweest geen beroep op het verschoningsrecht toekomt.
Het advies van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal stelt voorop dat het beroep op het verschoningsrecht in Nederland is gebaseerd op een algemeen rechtsbeginsel dat een ieder in het kader van bijstand en advies een advocaat moet kunnen raadplegen, zonder vrees dat datgene wat zij met de advocaat hebben besproken openbaar wordt gemaakt. Dat rechtsbeginsel wordt van publiek belang geacht en weegt zo zwaar dat het maatschappelijk belang dat in een procedure de waarheid aan het licht komt, daarvoor moet wijken.
Het verschoningsrecht geldt ook voor buitenlandse advocaten. Nederlandse advocaten die in Nederland in loondienst werkzaam zijn hebben eveneens een verschoningsrecht. Volgens de regelingen van de Nederlandse Orde van Advocaten moeten zij dan wel beschikken over een door hen en de werkgever ondertekend professioneel statuut.
Het is de vraag of de ondertekening van een professioneel statuut door buitenlandse advocaten in dienstbetrekking, die in hun land van herkomst als advocaat zijn ingeschreven als voorwaarde kan worden gesteld om in een Nederlands strafrechtelijk onderzoek als verschoningsgerechtigde te worden aangemerkt. De advocaat-generaal is van mening dat dit niet het geval is omdat de ondertekening van een professioneel statuut van ondergeschikte betekenis is voor de erkenning van het verschoningsrecht.
De conclusie van de advocaat-generaal strekt daarom tot vernietiging van de bestreden beschikking. Als het advies van de advocaat-generaal wordt gevolgd, zal de rechtbank de zaak opnieuw moeten beoordelen.
Uitspraak Hoge Raad
Het is nog niet bekend wanneer de Hoge Raad uitspraak doet.
Lees hier de volledige conclusie.