Correspondentie over onderhandelingen over procesafspraken worden – zonder toestemming van de verdediging – door de AG naar het hof gestuurd

Gerechtshof Amsterdam 25 oktober 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:2975

In deze zaak lopen tegen meerdere verdachten ontnemingsprocedures en strafrechtelijke vervolging. Er is meerdere malen gesproken en gemaild over procesafspraken. Op een zeker moment zijn vanuit het OM enkele niet ondertekende concepten verstrekt aan het Hof. Deze stukken omvatten procesafspraken voor de afdoening van de strafzaak en schikkingen voor de ontnemingsvorderingen, maar zijn verstrekt zonder goedkeuring van de verdediging. De verdediging voert een preliminair verweer, gebaseerd op artikel 283, eerste lid, Sv, en stelt dat het OM niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Het belangrijkste argument is dat door het verstrekken van niet-goedgekeurde documenten aan het Hof, de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter mogelijk zijn aangetast. Dit zou volgens de verdediging de eerlijke procesvoering, zoals gewaarborgd in artikel 6 EVRM, in gevaar brengen. Daarbij beroepen zij zich op het vertrouwensbeginsel, de onschuldpresumptie en het nemo tenetur-beginsel, stellende dat het Hof de zaken niet meer onbevooroordeeld kan beoordelen. Het OM erkent dat de stukken niet verstrekt hadden mogen worden, biedt verontschuldigingen aan en benadrukt dat deze verstrekking gebeurde vanuit een oprechte overtuiging dat de stukken relevant waren voor de procesgang. De advocaat-generaal voert aan dat de verstrekking geen invloed heeft op de eerlijkheid van het proces, aangezien de documenten niet bindend waren en slechts voorlopige afspraken betroffen. Het Hof overweegt dat de verstrekking van onvoltooide procesafspraken inderdaad een schending van het vertrouwensbeginsel vormt. Echter, het Hof benadrukt dat de rechterlijke onafhankelijkheid en onpartijdigheid gewaarborgd blijven

Read More
Print Friendly and PDF ^

Enforcement of international sanctions as the third pillar of the anti-money laundering framework

The recently adopted Sanctions Directive harmonises definitions and penalties for violations of restrictive measures with the aim of ensuring that criminal law can be used to enforce international sanctions in the European Union. It has also made violations of restrictive measures a predicate offence of money laundering. In parallel, the anti-money laundering (AML) framework is undergoing a significant reform, which includes the adoption of the first AML Regulation (previous legal acts being directives) containing AML duties of obliged entities as well as the establishment of an EU AML Authority. Also, for the first time, due diligence obligations as regards international sanctions will be included among these duties. The combined reading of the Sanctions Directive and the AML Regulation indicates that those duties will be even greater, which will have an outstanding impact on obliged entities, in particular of the financial sector. In fact, the extent of those obligations would justify calling enforcement of sanctions the third pillar of the AML framework. Yet, this aspect – and its consequences – remained fully under the radar of the legislative process. The objective of this article is, first, to examine the role of the AML framework in the enforcement of international sanctions, especially after the Sanctions Directive and the AML Regulation start to be applied and, second, to analyse the impact of including enforcement of international sanctions in the AML framework, on the entities subject to its duties and other actors affected by this framework.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Rechtspersoon in hoger beroep vrijgesproken van opzet bij verontreiniging van bodem en oppervlaktewater door gebruik van staalslakken

Gerechtshof Den Haag 22 oktober 2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:1920

Verdachte rechtspersoon heeft zogenaamde staalslakken gebruikt om haar perceel bouwgrond op te hogen. Ondanks genomen maatregelen is de bodem en het oppervlaktewater door deze staalslakken meermalen verontreinigd geraakt. Dit heeft overtreding van de Waterwet (oud) en de Wet bodemsanering (oud) tot gevolg. Anders dan de rechtbank acht het hof de tenlastegelegde opzet-varianten (steeds impliciet primair) niet bewezen. Wél is bewezenverklaard de overtreding-varianten (steeds impliciet subsidiair). De rechtspersoon heeft dus geen misdrijven gepleegd maar overtredingen. Overeenkomstig het standpunt van de advocaat-generaal wordt geen straf of maatregel opgelegd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: De tenlastelegging in btw-carrouselfraudezaken. Een verkeersbord zonder pijlen.

In btw-carrouselfraudezaken biedt de tenlastelegging de verdediging in strafzaken doorgaans onvoldoende handvatten voor een deugdelijke verdediging. Daarom pleiten de auteurs in deze bijdrage voor een alternatieve manier van ten laste leggen in dit soort strafzaken, waarbij per ten laste gelegde belastingaangifte naar een gering aantal specifieke transacties wordt verwezen. Deze voorgestelde wijze van ten laste leggen komt het debat ter zitting volgens de auteurs ten goede omdat hiermee alle procesdeelnemers aanstonds duidelijk is waarover tijdens het onderzoek ter terechtzitting dient te worden ‘gedebatteerd’.

Read More
Print Friendly and PDF ^

BFT publiceert nieuwe Specifieke leidraden Wwft

Het BFT heeft nieuwe Specifieke leidraden Wwft opgesteld voor de beroepsgroepen die onder zijn toezicht vallen. Daarnaast zijn de voorbeelden bij de subjectieve indicator geactualiseerd.

Read More
Print Friendly and PDF ^