Beklag tegen beslag gegrond wegens nemo tenetur
/Rechtbank Oost-Brabant 13 september 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:3989
De rechtbank acht het beklag tegen het in deze zaak gelegde beslag gegrond met het oog op nemo tenetur. Na bestudering van de door de klaagster toegezonden stukken komt de economische raadkamer tot de conclusie dat ten aanzien van een aantal onder klaagster in beslag genomen documenten sprake is van verklaringen die van dien aard zijn, dat het recht van (vertegenwoordigers van) klaagster om tijdens een eventuele strafprocedure te zwijgen in de zittingszaal van haar betekenis zou zijn ontdaan als klaagster deze stukken uitlevert. De natuurlijke personen die deze documenten hebben opgesteld zijn bovendien in een zo sterke mate met de rechtspersoon verweven, zo maakt de economische raadkamer uit deze stukken op, dat klaagster zich ten aanzien van hun verklaringen, zoals die in deze stukken zijn vervat, op het recht op nemo tenetur kan beroepen. Om die reden hoeft klaagster deze documenten niet te overhandigen. Het beklag tegen beslag ten aanzien van deze documenten is dan ook gegrond.
Read More