HR herhaalt hanteren maatstaven als ex art. 94a Sv beslag rust op voorwerp en derde in beklagprocedure ex art. 552a Sv om teruggave verzoekt

Hoge Raad 20 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1201

Bij de beoordeling van het eerste cassatiemiddel moet worden vooropgesteld dat de rechter in een geval waarin op grond van artikel 94a Sv beslag is gelegd en een derde in een beklagprocedure op de voet van artikel 552a Sv om teruggave verzoekt, als maatstaf moet aanleggen of buiten redelijke twijfel staat dat die derde als eigenaar van dat inbeslaggenomen voorwerp moet worden aangemerkt. De rechter moet daarvan in zijn beslissing blijk geven. Als die derde als eigenaar wordt aangemerkt zal de rechter ook moeten onderzoeken, en daarvan blijk moeten geven, of zich de situatie van artikel 94a lid 4 of 5 Sv voordoet.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Beklag tegen beslag gegrond wegens nemo tenetur

Rechtbank Oost-Brabant 13 september 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:3989

De rechtbank acht het beklag tegen het in deze zaak gelegde beslag gegrond met het oog op nemo tenetur. Na bestudering van de door de klaagster toegezonden stukken komt de economische raadkamer tot de conclusie dat ten aanzien van een aantal onder klaagster in beslag genomen documenten sprake is van verklaringen die van dien aard zijn, dat het recht van (vertegenwoordigers van) klaagster om tijdens een eventuele strafprocedure te zwijgen in de zittingszaal van haar betekenis zou zijn ontdaan als klaagster deze stukken uitlevert. De natuurlijke personen die deze documenten hebben opgesteld zijn bovendien in een zo sterke mate met de rechtspersoon verweven, zo maakt de economische raadkamer uit deze stukken op, dat klaagster zich ten aanzien van hun verklaringen, zoals die in deze stukken zijn vervat, op het recht op nemo tenetur kan beroepen. Om die reden hoeft klaagster deze documenten niet te overhandigen. Het beklag tegen beslag ten aanzien van deze documenten is dan ook gegrond.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verzoek ex art. 552a Sv vanwege schending ne bis in idem

Rechtbank Amsterdam 23 februari 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:2845

Dat in onderhavige zaak sprake is van schending van het ‘ne bis in idem-beginsel’ acht de rechtbank niet evident. Dit gelet op het feit dat witwassen een doorlopend delict betreft en de pleegperiode in Kolbak een andere is dan die in 26Terrell. Bij een doorlopend delict, zoals bijvoorbeeld deelname aan een criminele organisatie, is immers voorstelbaar dat het feit voor een bepaalde periode niet en voor een andere, aansluitende periode wel bewezen wordt geacht. Hetgeen de officieren van justitie hebben aangevoerd betreffende de verschillen met betrekking tot de soort uitvoeringshandelingen (artikel 420bis, lid 1, onder b versus onder a, Sr), de vermeende rol van Naam 1 (pleger versus feitelijk leidinggever aan witwashandeling door rechtspersoon) en het feit dat verdachte niet eerder is vervolgd, maakt de gestelde schending nog minder evident.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Is conservatoir beslag alleen toegestaan als daarmee samenhangende ontnemingsvordering betrekking heeft op wvv uit misdrijf waarvoor geldboete van 5e categorie kan worden opgelegd?

Hoge Raad 31 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:806

Uit de tekst van artikel 94a lid 2 Sv volgt dat conservatoir beslag slechts op die bepaling kan worden gegrond als een strafbaar feit waarvan de beslagene wordt verdacht of waarvoor hij is veroordeeld een misdrijf oplevert waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd. Dat wil echter niet zeggen dat dit conservatoir beslag uitsluitend is toegestaan als de daarmee samenhangende ontnemingsvordering (mede) betrekking heeft op voordeel dat is verkregen uit het misdrijf waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd. Deze uitleg sluit aan bij de tekst van artikel 94a lid 2 Sv, in het bijzonder de daarin voorkomende woorden “naar aanleiding van dat misdrijf”, en is in lijn met de mogelijkheden die artikel 36e Sr biedt voor de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel na een veroordeling.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Kan bij Nederlandse rechter worden geklaagd over inbeslagneming van servers in Frankrijk?

Hoge Raad 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:612

Het cassatiemiddel klaagt over het oordeel van de rechtbank dat bij de Nederlandse rechter niet kan worden geklaagd over het in Nederland verrichte onderzoek aan in Frankrijk in beslag genomen servers, welk beslag is gelegd in het kader van een onderzoek door een gemeenschappelijk onderzoeksteam als bedoeld in artikel 5.2.1 van het Wetboek van Strafvordering.

Read More
Print Friendly and PDF ^