HR over faillissementsfraude en gevolgen verandering van wetgeving (verlaagd strafmaximum)
/Hoge Raad 28 september 2021, ECLI:NL:HR:2021:1398
Nu uit het wettelijk kader blijkt dat de regels van sanctierecht ten gunste van verdachte zijn veranderd ten aanzien van de ten laste van hem bewezenverklaarde gedragingen, die tot 1 juli 2016 strafbaar waren op grond van art. 343 (oud) Sr en sindsdien op grond van art. 344a Sr, had hof het uit art. 344a Sr voortvloeiende mildere sanctieregime met strafmaximum van 4 jaren gevangenisstraf behoren toe te passen in plaats van dat uit art. 343 (oud) Sr met strafmaximum van 6 jaren gevangenisstraf (vgl. HR:2011:BQ8193). De Hoge Raad casseert niet nu verdachte onvoldoende belang heeft bij vernietiging van de bestreden uitspraak op dit punt. De door het hof opgelegde (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf van 10 maanden ligt immers ver onder het strafmaximum van art. 344a Sr, terwijl uit de strafmotivering naar voren komt dat het hof bij het bepalen van de hoogte van de straf is uitgegaan van de concrete ernst van het strafbare feit en de persoon van de verdachte.
Read More